vrijdag 27 juli 2012

Een wandeling door de jūdōstraat. Loop je mee?


Als je er vandaag open voor staat het even op deze manier te willen bekijken, is het jūdō een héle lange straat waarin de huizen steeds onooglijker worden, maar ondertussen wél een steeds interessantere inhoud hebben. Loop je even mee?

Vooraan in de straat staan de "Kermisattracties", met veel muziek, lichteffecten en van alles wat mensen aantrekt. Het is voor het jūdō wat het licht voor de motten is: we trekken er van allerlei volk mee aan.

Direct ná de Kermisattracties vindt je in de jūdōstraat "de Glamourshops". Met mooie glanzende spiegelruiten stellen zij hun allerbeste, méést kostbare stukken ten toon. Velen die het uitgestalde nooit zullen kunnen aanschaffen vergapen zich voor de ruiten zodat elke dag weer de vingertjes van de spiegelruiten geveegd moeten worden. Zij verkopen "Versace-jūdō" en "Prada-jūdō". Sommigen vinden het alléén al de moeite waard om juist dáár "gezien" te worden: "Kijk, ik ben hier Klant bij Versace-jūdō!" lijkt men te willen zeggen, en men vindt zichzelf al een stuk belangrijker dan alle andere jūdōka!

Dan heb je de "SterrenVilla's". Je vindt ze direct naast de Glamourshops in de jūdōstraat. Daar wonen de "Grote Kampioenen". Niet te verwarren met "Grote jūdōka", want die wonen een héél stuk verderop in de straat! Als ze al een huis hebben en niet in een kartonnen doos onder een brug liggen tenminste. Nee, de Grote Kampioenen zijn de mensen die het "gemaakt" hebben. Je kunt ze in reklamespotjes terugvinden, of in tv-shows. En hier wonen ze. Hele drommen mensen wandelen elke dag voorbij in de hoop een glimp van "De Kampioen" op te vangen. Sommigen afficheren zich uitdrukkelijk met Kampioen A of Kampioen B, in de hoop dat "iets" van hun uitstraling óók op hen zal afgeven! Misschien kunnen dan ooit ook zij in een SterrenVilla wonen! Onnodig te zeggen dat dit vaak een illusie is. Ster wordt je niet zomaar.....

Ondertussen wordt het steeds rustiger in de jūdōstraat, terwijl we verder weg lopen van het begin. We komen in een deel waar flats staan. Eindeloze galerijen met precies hetzelfde uitziende balkonnetjes en hangplekken voor de deur waar jūdōka wat verveeld rond hangen. Wat is dit?

Desgevraagd aan één van de hangjūdōka deelt deze mede: "Dit is het Clubjūdō Gast!"
"Wat?" Roep ik verbouwereerd, "Dat kán niet! Ik ben hier opgegroeid, maar ik herken er niets meer van? Alles ziet er anders uit? Waar is dat leuke kleine parkje gebleven, met die speeltoestellen voor de kinderen? Waar zijn die leuke arbeiderswoningen met hun kleurige voortuintjes?"

"Dude. Allemaal gesloopt gast. Weg ermee. Ouwe zooi.. Er moesten hier méér judoka wonen en dat kón niet zoals het vroeger was. Al die oudjes vertrokken of gingen dood, en de jūdō Burgemeester heeft hier toen flats neergezet. Daardoor konden er véél méér jūdōka wonen." En hij zwijgt weer. Het waren ook wel véél woorden in één zin. Verveeld kijkt hij weer in het rond, de blik op oneindig....

Ik overpeins: "Maar waarom dan toch? Wie wil hier nu wonen? Het is een troosteloze toestand hier!"

Snel verder dan maar. En dan wordt het inééns donker in de jūdōstraat. Hier branden de lampen niet. Sommige knipperen nog een beetje. In de meeste straatlantaarns zit spinrag en loeren de donkere ogen van dikke spinnen je aan. De huizen liggen hier wat verder van de straat en niets wijst erop dat hier nog wat leeft. Laten we maar eens ergens aanbellen dan! Tringgggg.... de deur gaat piepend en krakend open. In de deuropening staat een oude jūdōka. Zijn zwarte band oogt versleten, op de rever van zijn gi staat een vervaagd Kōdōkan embleem. Zijn zori zitten hem alsof ze gegoten zijn. De man kijkt vriendelijk uit zijn ogen en vraagt: "Waarmee kan ik u dienen, heer?". "Ik ben op zoek naar het échte jūdō." zeg ik. "Kunt u mij helpen"? "Jazeker mijnheer." zegt de man "Komt u verder. Heeft u trek in een kopje thee wellicht?"

Terwijl ik achter de oude jūdōka aanschuifel, lopen we door zijn hal en gang. Ik zie een kast met daarin vele prijzen. De meeste zijn dof. De oude jūdōka schijnt ze niet langer interessant te vinden. We lopen langs een fraai bloemstuk, kennelijk met de hand van de meester opgemaakt. Hier moet Ikebana in het spel zijn! Tot slot staan we stil voor een Grote Spiegel. De oude jūdōka wacht geduldig totdat wij reageren en glimlacht ondertussen minzaam. Ons tijd gevend een reactie te formuleren.

Ik kan mij tenslotte niet langer inhouden, en vraag: "Ja, oude man, wat moet ik daar nou mee, dat ben ik dáár in die Spiegel! Ik zoek het Ware Jūdō!"

De oude judoka kijkt ons meewarig aan terwijl hij zegt: "Heeft u het nog stééds niet begrepen mijnheer? Het Ware Jūdō hoeft u niet te zoeken. Het zit in u. Het enige dat u nodig heeft is een goede spiegel!".


2 opmerkingen:

  1. Wellicht had de judoka daarna ook die oude man recht in de ogen kunnen kijken en zachtjes 'hajime' kunnen zeggen. Want een echte partner die mijn judo totaal aanvoelt, is onze beste spiegel...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wie weet is dat inderdaad gebeurd.... de historische kronieken waaruit dit verhaal is opgetekend vermelden dat helaas niet :-)

    BeantwoordenVerwijderen