zaterdag 28 juli 2012

De Saga van de Grote Scheuring


Nee, ik ben niet "Puc" of "Tomas" uit de gelijknamige prachtige boekenserie van Raymond E. Feist: "De Saga van de Grote Scheuring". Maar dit verhaal dat gaat over een kunstmatige scheur in het weefsel der werkelijkheid had maar zó ontleend kunnen zijn aan de historie en toekomst van ons jūdō!

Een scheuring waardoor het Spook der Onverschilligheid de mogelijkheid kreeg zich in ons jūdō te nestelen. Als je goed kijkt, kun je hem straks tussen de Olympische Ringen dóór, óók weer zien.
Die Onverschilligheid is tot leven gewekt door een uit balans gebracht competitie element, en in 1981 in Maastricht losgelaten op het jūdō door de IJF toen men verklaarde, dat jūdō vanaf dát moment niets anders meer zou zijn dan de sport die het in zich had. En wat een ravage heeft dat monster ondertussen aangericht!

Zo langzamerhand zijn zelfs de onverschrokken Ridders die jūdō als geheel tot het uiterste verdedigen de wanhoop nabij en vechten zij hun achterhoede gevechten op de eervolle terugtocht. Die Ridders verworden tot Don Quichot de La Mancha's. Jawel: De Grote Scheuring is nabij.

Vechten tegen windmolens levert géén Ippon op.

Die Grote Scheuring zou ons misschien van veel minder Angst moeten vervullen als zij nu doet. Is het Angst voor het onbekende? Vermogen wij als in principe traditionalisten niet in te zien dat De Grote Scheuring wel eens gelijk zou kunnen staan aan Vrijheid?

Was het niet juist Kano Jigoro Shihan, die ons leerde dat vasthouden aan de oude stijlen niet de vooruitgang bracht? Was het niet Kano Jigoro Shihan, de grote innovator die op de golven van de Meiji-restauratie ons het jūdō schonk, onder het doen van grote persoonlijke offers zoals het verlaten van zijn eigen Ryu?

Wordt het niet eens tijd om zijn voorbeeld te volgen zo vraag ik mij. Moeten we niet eens gaan kijken wat er te vinden is aan de andere zijde van de Grote Scheuring? Misschien valt daar wel een geheel nieuw bestaan op te bouwen als groep overlevenden van het traditioneel jūdō concept.

Waarom vasthouden aan het zinkende schip, al dóór musicerend gelijk de muzikanten op de zinkende Titanic? Is er nog IEMAND hier die WERKELIJK gelooft dat het Judo nog terug kan groeien naar een inhoudelijk bevredigende vorm? Is er nog IEMAND hier die denkt dat hij daarbij een Strijd voert die gewonnen kan worden? Is het niet zo, dat de roepende in de woestijn slechts door kamelen gehoord wordt?

Of moeten we constateren dat de IJF zich niet voor de belangen van Judo als traditioneel educatief concept inzet, doch slechts achter commerciële belangen aanjaagt en alléén nog het niet langer onder controle zijnde monster der competitie probeert te voederen met steeds maar nieuwe voeder-mixen?

Ik zal je vertellen: ik zie die Scheuring. En ik ben er voorstander van ons boeltje te pakken en ons heil elders te zoeken. Jūdō als educatief concept hoeft niet teloor te gaan. Maar dan zullen we afscheid moeten nemen van het wereldje van de EJU en de IJF want dáár zal het jūdō geluk niet vandaan gaan komen.

De Moed om Innovatief te zijn. De Moed om buiten gebaande paden te gaan. De Moed om de eigen Ryu te verlaten. Die Moed wens ik ons toe. Want het zal die Moed zijn, die ons jūdō kan redden en opnieuw vorm kan geven!

Tot slot een post die ik onlangs aantrof op Judoforum.com en die hier misschien boekdelen spreekt:

Het is een post van "Cuivien" gedateerd 20 juli 2012:
My grandmaster, Cho Woon Sup, came to much the same conclusion some 15-ish years ago.. With increased popularity of (Olympic) Taekwondo, and with the focus shifting towards specialized kyorugi (shiai), he too feared for the future of his art.
To combat this, he founded Traditional Taekwondo Union (TTU), technically under the supervision of the World Taekwondo Federation (WTF), but with the transmission of the 'complete' art as his goal. While this is still a relatively small organization (34 clubs in 4 countries), there is an immense amount of knowledge gathered within, knowledge that is ignored or simply "lost" many other places, such as certain hand techniques, some of the old forms, and simply the actual history of the art. Furthermore, it is growing. Even though the majority of clubs out there couldn't care less about such things as tradition, reigi or poomsae (kata), there are those that still do.

Het Wiel is al eens uitgevonden collega jūdōka! Wij hoeven het slechts op ons jūdō-frame te monteren en de Tocht kan worden voortgezet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten