zondag 30 september 2012

De Noodzaak van Heroriëntatie in Clubjudo

Niets is beter voor de ontwikkeling van ons judo dan club-judo. De "club" als onbaatzuchtige vereniging van gelijkgestemden. Mensen die allemaal graag bezig zijn met judo: ik ben ermee opgegroeid. Jawel.
Uw schrijver komt rechtstreeks voort uit het Club Judo. En práchtig dat het was.... daar bewaar ik de beste herinneringen aan.

Maar club-judo is een moeilijke zaak. Dat begrepen bestuurders vroeger. De clubbesturen van vroeger lieten judotechnische zaken met liefde over aan de Sensei. De Sensei hadden de leiding over alles wat met judo te maken had. De voorzitter, penningmeester, secretaris en bestuursleden keken wel uit om zich daarmee te bemoeien. Zij gingen over het beleid met betrekking tot de zaal, gemeente subsidies, ledenlijsten noem maar op.

In de jaren 60 en 70 was er een goed contact tussen bestuurderen en Sensei. Ieder wist waar zijn taak begon, en waar deze ophield. Dat was een goede zaak, en als leerling was het je ook altijd helemaal duidelijk waar je moest zijn voor een bepaald iets: bij de club, of bij Sensei.

Tegenwoordig zijn veel zaken anders geworden. Clubjudo werd vroeger gezien als het educatieve middel wat het was, en de clubbestuurders voelden zich daar prima in thuis. Het was een doel dat zij niet alleen erkenden, maar ook hérkenden. Dáárvoor waren zij immers "club-bestuurder". En niet zelden zorgde zo'n club ook voor allerlei andere cursussen op creatief vlak, boden gezellige bijeenkomsten voor ouderen of jongeren. Dit soort clubs hadden professionele leiders in huis, en werden niet zelden gesubsidieerd door gemeenten vanwege de sociale doelstellingen en functies.

Dát, beste lezers, dát zijn we KWIJT.

Is het de tijdsgeest, waarin clubwerk en welzijn niet meer als functie van de Overheid gezien worden, ligt het aan de bezuinigingsdrift waarin met gemak ten faveure van de begroting de maatschappij wordt uitgekleed tot op het kale bot? Wie het weet mag het zeggen. Maar wat we inmiddels nog over hebben zijn 2 groepen: de commerciële sportinstituten en de verenigingen. Beide bieden niet langer wat het club-judo vroeger bood.

De commerciële sportinstituten niet, omdat die uiteindelijk niet al te veel belangstelling meer hebben voor de educatieve functie van het judo. Zij gaan immers voor de winst. De schoorsteen moet roken, en dat brengt toch een fundamenteel andere instelling met zich mee. Het leidt de beslissingen vanuit andere gedachten dan het judo.

De sportverenigingen van tegenwoordig kampen met een heel ánder probleem. De "versporttificatie" van het judo en de teloorgang van het oude clubwerk hebben geleid tot een verenigingsvorm waarbij de judo instructeur een ander is dan de bestuurder. De voorzitter bepaalt beleid, en niet zelden stapt hij daarbij gemakkelijk op het gebied van de vroegere "Sensei". Voor hem niet vreemd: dat doet hij bij voetbal immers óók?

En zo hebben we een verenigingsstructuur gekregen waar goedbedoelende mensen hun kostbare vrije tijd stoppen in een bezigheid waarvan ze meestal geen flauw benul hebben. Met alle gevolgen van dien. Judo leraren die niet langer een rol als Sensei meer spelen, maar "instructie geven" in een sport die toevallig "judo" heet. En die beide verarmingen werken erg beroerd op elkaar in, en maken het eindresultaat steeds beroerder.

Als je het mij vraagt is het tijd voor dit soort verenigingen om met zijn allen eens om de tafel te gaan zitten, en een duidelijke "scheiding van machten" af te gaan spreken. Het bestuur doet zijn ding, en de leraar wordt weer Sensei. Om dat te bereiken moeten alle partijen begrijpen waarom het gaat, en wat er op het spel staat. De instructeur moet over zijn eigen trots héén stappen, en wellicht zorgen voor een eigen "fall back" in de vorm van een ervaren en geroutineerde Sensei die voor rugdekking kan zorgen als het gaat om judotechnische zaken.

We moeten roeien met de riemen die we hebben, maar we hoeven er elkaar niet mee om de oren te slaan, en we zouden moeten bekijken op welke manier dit het best kan gebeuren. Zodat we straks nog judo hébben, en niet alleen maar een sport waarvan niemand meer weet wat het ook al weer precies was.....

dinsdag 18 september 2012

Een moderne uitwinning van Nanatsu-No-Kata



Van het Judo hebben we een cafetaria-product gemaakt. We pakken wat we leuk vinden, en pleuren de rest in de afvalbak. Als de "friet" op is, gooien we het bakje weg en wandelen de automatiek uit. Iets ongezonder als dat we er in kwamen, want ondertussen hebben we slechts zetmeel en vetstoffen tot ons genomen, en geen of nauwelijks mineralen, vitaminen en vezels.

We zijn "uitbaters" geworden. Niet langer zijn we "studenten" op weg naar een grotere kennis en vaardigheid, maar proberen we onze "winst" te vinden en te pakken bij al wat we doen. Daarbij gaat het tegenwoordig niet alleen meer om de sport. Het element "sport" uit het judo distilleren kunnen we al héél goed sinds 1981. Wel jammer dat we daarmee alleen het zetmeel en de vetstoffen nuttigen, maar dat wisten we al. Begrijp wél, dat het moderne wedstrijdjudo niets met "shiai" uit het oorspronkelijke concept te maken heeft. Dat blijkt alléén al uit het feit dat we tegenwoordig in het clubjudo met een gerust hart kinderen van 6 of 7 jaar naar wedstrijden sturen.

Néé, we baten nog véél méér uit! Slimme geesten hebben bedacht, dat er wellicht in dat hele "vehicle" van judo nog wel méér te slopen valt dan "wedstrijden". Misschien kunnen we ook wel iets met de educatieve elementen? Kunnen we dáár geen "kleingeld" van maken? Jawel hoor. Praktisch alles kan tegenwoordig immers. En het zijn tijden van Economische Crisis en Recessie, dus waarom niet?

En dan valt mijn oog inééns op het psycho-sociaal leertraject "Rots en Water" waar men op comfortabele wijze leunt op een aantal basisprincipes uit o.a. het judo. Zo lezen we op de website van "Rots en Water" onder andere de volgende zinsnede:
"Op fysiek niveau betekent dit dat een aanval gepareerd kan worden door hard aangespannen spieren (rots) maar vaak zelfs nog effectiever kan worden opgevangen door een beweeglijk meegaan met de energie van de aanvaller (wateraspect)"
Goh. Waar kennen we dat van? De Sensei Ueshiba en Kano vonden dit al aan het eind van de Meiji-restauratie uit en bouwden hun educatieve systemen Aikido en Judo uit gebaseerd op onder andere dit soort principes. Hirano Tokio Sensei ontwikkelde zijn Nanatsu-No-Kata gebaseerd op de golfbewegingen van het water. Wel, je kunt ze nu een stuk sneller leren bij "Rots en Water", want waar deze Sensei hun "Do" tot levensweg formuleerden, biedt "Rots en Water" cursussen waar men deze principes met turbo-speed onder controle kan krijgen:
"De driedaagse Rots & Water training is de enige training die deelnemers opleidt tot gecertificeerd Rots & Water trainer."
3 Dagen. Dáár kunnen de oude meesters nog een puntje aan zuigen! In drie dagen kun je gecertificeerd trainer worden en anderen leren hoe met deze principes aan de slag te gaan. Kost wel een paar eurotjes trouwens, maar goed, er zijn óók kosten hé!

En wat nog mooier is, in die 3 dagen leert men zelfs óók nog iets over "hara":
"Het leren gronden (stevig en ontspannen staan), centreren (adem in de buik) en richten van de aandacht/focus.(uiterlijk focus, later transformerend naar een innerlijk doel) Het centrum (in Japan benoemd met hara, in China met tantien) wordt ervaren en ontwikkeld als een centrum van kracht en een centrum van rust."
Naar mijn smaak wederom een schoolvoorbeeld van "hoe het niet moet". Hoe lang doen wij mensen er nou eigenlijk over om te leren dat je niet "de krenten uit de pap" kunt halen? Om iets te leren, en de vruchten ervan te kunnen plukken, is volledige inzet en studie nodig, niet alleen van de delen uit de stof die we leuk vinden, maar vaak vooral ook van de delen die we misschien minder leuk vinden. Of die minder snel tot het beoogde resultaat leiden. Deze geven echter vaak wel een beter resultaat, en beklijven een stuk beter.

Nee, we pakken de krenten uit de pap, donderen er een pseudo-wetenschappelijk sausje over heen en maken mensen wijs dat we in 3 dagen in staat zijn les te geven in de genoemde principes. Dat anderen dat een leven lang studie kost boeit niets. Who cares?? Gelukkig ziet de overheid toe op de erkende titel "Judoleraar" door een rijkserkenning. "Rijkserkend Judoleraar" staat daarmee tenminste nog ergens voor, en biedt tenminste nog enige zekerheid.

Judo, net zoals Aikido, zijn niet voor niets "Do". Je doet deze Kunsten onrecht aan door te trachten er met enkele onderliggende principes vandoor te gaan en deze uit te winnen voor je eigen doelstellingen, welke deze ook mogen zijn. Let wel: ik zeg niet dat trajecten als "Rots en Water" niet werken. Ik zeg wél, dat het een illusie is dat mensen na een opleiding van 3 dagen zelf ook maar enig begrip hebben van de onderliggende principes en technieken, laat staan dat zij in staat zijn als "gecertificeerd trainer" anderen in die technieken en principes te onderwijzen op een verantwoorde wijze.

Je moet de Weg gaan zoals hij bedoeld is. Spreekwoordelijk gezegd met "bloed, zweet en tranen". Je kunt niet per helicopter op "De Weg" landen, een kilometerpaaltje uit de grond rukken en vervolgens weer even snel verdwijnen, en dan stellen dat je "De Weg" gegaan bent onder verwijzing naar het in bezit zijnde paaltje.

Laat staan dat Cafetaria voer, en ga eens wat fatsoenlijks eten!

zondag 9 september 2012

Kent Judo geen Moraliteit? Een aanzet tot denken!

Het leven van Samurai werd door de Bushido gedicteerd

Zo af en toe gebeuren er zaken in het leven die discussie oproepen. Soms zeer heftige discussie. Voorbeelden genoeg. Zo ook in ons judo. Soms gebeurt er in ons Judo iets, dat heftige reacties oproept en discussies losmaakt. Zo is onlangs fel discussie gevoerd op een internationaal judo forum over moraliteit in combinatie met judo naar aanleiding van de jongstleden arrestatie van een hoge Dan-graad houder in de USA op verdenking van verduistering. Collega blogger Mitesco had het er deze week al over.
Dat bracht de discussie op de rol van moraliteit in judo: in judo zou géén moraliteit zijn, judo zou ons geen moraliteit leren.

Moraliteit zit wel degelijk in de genen van judo. 

Moraliteit gaat over gedragscode die onderscheid leert tussen "goed" en "kwaad", met een vertaling naar het gedrag en met een vorming van het geweten. Moraliteit beschrijft dus kort gezegd de regeltjes waarbinnen ons gedrag zich zou moeten bevinden.

Een maatschappij zonder moraliteit zou niet kunnen functioneren. Als zodanig is moraliteit verweven in alles wat wij doen in ons dagelijks leven, dus óók in ons judo. Maar leert judo ons dan geen moraliteit vanuit zichzelf? En dáár wordt het moeilijk, en daar vinden we denkelijk óók de bron van de hedendaagse ontkenning zoals die op de fora waarneembaar is als zou judo niets te maken hebben met moraliteit, bedoelende, dat judo ons géén moraliteit léért.

Moraliteit is niet overal hetzelfde. Moraliteit als systematiek en hoe het werkt wél, maar inhoudelijk niet. Net zoals een Wetboek in Nederland dezelfde idee heeft en dezelfde bedoeling heeft als in Duitsland of India, maar toch een geheel andere inhoud kan hebben.

In Japan is met name in de vorming van de Krijgskunsten de Bushido (de Weg van de Krijger) elementair geweest. Vergelijkbaar met ons Ridderschap in de Middeleeuwen zeg maar. De Bushido schreef voor, hoe de samurai zich te gedragen had. Punt is, dat de bushido een conflicterend moraliteitssysteem is met het aan Westerse landen ten grondslag liggende door christelijke grondslagen vormgegeven moraliteitssysteem.
Niet in élk punt, maar wél in zeer belangrijke.

Zo wordt in de Bushido de daad van "Seppuku" als een Recht beschouwd. Seppuku is het Recht van de Samurai om zijn Eer te redden als die Eer door oneervolle acties was beschadigd of besmeurd. Met het uitvoeren van Seppuku kon de Samurai zijn Eer en dat van zijn familie herstellen.
In de op christelijke grondslagen gevormde moraliteitssystemen wordt het plegen van zelfmoord onder bijna alle omstandigheden als verwerpelijk gezien. Dat is een zeer groot contrast met de Bushido. En zo zijn er méér van die contrasten.

Nou zul je zeggen: "Jawel, maar hoe komt dan die Bushido in het judo terecht?"

Moraliteit staat niet in een Wetboek. Moraliteit is sowieso moeilijk exact definieerbaar. We kunnen wel van enkele zaken zeggen dat het er zeker NIET in zit, maar een volledig dekkende omschrijving maken is sowieso al moeilijk of zelfs helemaal niet te doen. In judo is ook geen blauwdruk aanwezig hoe de moraliteit daarin tot uitdrukking moet worden gebracht. Dat is dus niet vreemd. Ook wij Nederlanders krijgen op school geen boekje mee: "De Moraliteit in Nederland, vervat in 200 uit het hoofd te leren regels".

De Butokukai echter is als militaire academie in Japan van oudsher belast geweest met het opleiding van krijgers, militaire functies. Bushido was de drijvende moraliteit in die militaire functies, vanuit de tijd van de Samurai. Bushido was dus binnen de Butokukai een zeer belangrijk element. Punt is vervolgens, dat een aanzienlijk aantal judo Sensei van topnivo zijn voortgebracht door de Butokukai. Sensei dus, die waren opgevoed in de leer van de Bushido, zij het in een meer moderne vormgeving dan in de tijd van de Samurai.
Die Sensei hebben wij in Europa leren kennen. Mannen als Tokio Hirano en Haku Michigami kwamen van de Butokukai. Waren Busen.

En zodoende kom je dus op een "botsing der stromingen" wanneer deze Sensei in het Westen judo trachten te onderwijzen. Even alle andere grote cultuurverschillen daar gelaten, was er dus ook een groot verschil in de moraliteitssystemen waar te nemen.


Het is daarbij een bekend verschijnsel, dat menging van moraliteitssystemen nauwelijks of niet gaat, en in ieder geval niet snel. Zaken die niet per defenitie als "moreel gewenst" worden gezien, zijn immers "moreel onacceptabel". En zodoende wordt veel van de moraliteit die in het judo is meegevoerd vanuit de Butokukai verworpen wegens conflicterende systematiek en opvattingen, zonder dat zulks echt opgevallen is. Het wordt gewoon "weggedacht". Het wordt "ontkend". Maar dat wil niet zeggen, dat het er nooit wás.

En alhoewel ook Kano Jigoro Shihan niet bijvoorbeeld een heel hoofdstuk wijdde aan de moraliteit in judo, is van hem wél, bekend hoe graag hij gezien zou hebben dat een moderne vorm van Bushido bij de Olympische Spelen zijn intrede zou doen! Ook Kano Jigoro Shihan was natuurlijk vanuit zijn eigen culturele achtergrond door de Bushido gevormd, en die "beker" werd gewoon van generatie op generatie doorgegeven. Zowel de Stichter zélf, als ook de school waar de meeste judo Sensei zélf werden opgeleid waren dus Middelen die de Bushido propageerden en installeerden in het judo!

Bushido bestaat in Japan nog steeds, zij het in geheel andere vorm en gedaante. Maar bijvoorbeeld in Japans politiecorpsen wordt nog steeds "het bevorderen van de moraliteit van de bevolking" als één van de kerntaken gezien. Uiteraard komt dat door de historische banden tussen deze politiekorpsen en de oude samurai, die na 1867 voor een groot deel in die politiekorpsen opgingen. Ook niet zo vreemd, want de oude Samoerai werden vroeger al gezien als de beschermers van de andere klassen.

Het punt is, dat tegenwoordig judo niet meer éénduidig te classificeren valt. En al helemáál niet meer met de bedoelingen en beschrijvingen van de Stichter in de hand, veel eerder met de Reglementen en Notulen van de IJF in de hand eigenlijk. En waar de relatie tussen judo en de Stichter is verbroken, en daarvoor in de plaats bedoelde Reglementen en Notulen zijn gekomen, is het niet vreemd te bemerken dat invloeden die vanuit de bushido in het judo zijn versmolten in die nieuwe, hedendaagse judovorm niet langer herkend worden. En aangezien de moderne mens "ietwat" gemakzuchtig is, gaat hij niet op zoek naar de oorsprong of naar kennis, maar maakt gebruik van de methode van de gemakkelijke ontkenning: er is géén moraliteit in Judo!

In zijn judo niet misschien. In het mijne wél.


dinsdag 4 september 2012

Moraliteit in Judo

Vandaag plaatste ik een post over moraliteit in judo op een judoforum welke ik jullie niet wil onthouden. Hij is wel in het Engels, maar ik veronderstel dat dit geen probleem is.


Morality in Judo ?

We now seem to have a discussion about Morality in Judo. How it does or does not belong there, or how it has lost its meaning in Judo.
Morality in itself is a strange thing, because "morality" is the system of behavioral patterns with regards to standards of good and bad behavior. As such it reflects the concept of moral responsibility in relation to our conscience and acts. So, morality is not a thing exclusively owned by Judo. Morality is everywhere in our society. Without Morality, our society could probably not even survive. Morality is not some kind of result from any theological system or belief. Every human being in our society to some level accepts some kind of Morality. So the Morality you practice and believe in just extends into your judo life. The strange thing is, that judo also helps to create the code of Morality that you believe in as a human, and as such judo is a part of the systems that help form your moral view in life, and in return, is on the receiving end of the results of that Morality considering that your Moral point of view has consequences for the way you act in judo.

Humans are often weak, directed to own interests, lazy and without proper knowledge. We built and destruct. Each one of us can see those effects in our personal lives. Relationships are built and sometimes ruined by the same people as a result of taking the easy way out when problems occur, or for whatever counterproductive reasoning. We are perfectly capable of taking a sound concept and fish out of it what suits us, leave the rest that does not suit us, and end up with something completely different which in no way has the benefits of the original concept.

Haven't we seen this in judo as well? Often changes are inevitable since circumstances change as well and we have to adapt in life. Judo also is a concept that needed adapting to changed environments over the past decades. But the hardest part of change is not "to change" but to change in such a way that not only wishes are realized but also the actual values are protected and still in place. Judo has changed. But judo does not deliver anymore what it is supposed to do if you reflect about what the Founder had planned for it to accomplish. We have changed judo with our filter of laziness and commerce. We have changed it from the perspective of individual interests often so vulgar as "money". Is judo to blame for that? Hack no.

We take our moral standards into the dojo as we start our training. We take care of partners. We have understandings in place on standards that we will not intentionally harm our partners with our techniques. We will honor our Founder and we will remain true to our Sensei as he teaches us on our path of judo. Our personality gets confronted with hard work in other to achieve progress and understanding. We gain control over our bodies as we study techniques in relation to our partners in judo. Whilst doing so, we keep them safe and they keep us safe. If our partner suffers a hard time we offer support and help. We correct the partner if he does something wrong in his technique, hence helping him learn and grow. We learn to sacrifice our own ego when we take the fall for our partner. Not because it is inevitable due to the strength of his technique, but because we chose to. Because we accept that the partner has something to learn as well. In order to do and manage all of this, to grow not only physically but also mentally, we maintain a form of discipline which hardens our character. We learn how we can win, but we also learn how to do this in a respectful way towards the partner that lost. Hence, this all together, helps building the character of the individual and makes us grow. It helps forming friendships and it helps making the right decisions in life, based upon some added value to the system of Morality in which our judo education has added value on the one side, and is influenced by on the other side.

However, things have changed. Not the fault of the Founder, but caused by his failing to control judo from beyond the grave, and our more important failing to make the right decisions while making the necessary adaptations to our judo. We have simply screwed up things like we humans often do.

We have made judo from the system that "adds" to a system that "takes". We have cut out the pieces we did not like. Because they were too hard for us, they took to much effort and were to difficult to understand. We do not want to walk the long road to get the ice-cream. We want it NOW. We want instant gratification. We want to show off to others and hence we wear our Kohaku obi even when it is not called for. Hack I have even seen people not even standing on the mat hanging their kohaku obi into plain sight so everybody could see it, right behind their desk hanging down from 2 meters high.
We go to shiai not to learn about our selves but to WIN. We want the medal. The instant gratification. We want our egos to be patted and recognized. We want.... we want... but we do not GIVE anymore!

Judo is a reflection of society, since we take our moral system with us when we walk into the dojo. And that very moral system has changed over the decades. A lot. As anyone can see. Some things are obvious, others not so much. Simple things like being polite are not cool anymore. When I walk out of the supermarket people coming in are trying to walk right through me, not interested in the person who needs to come out. Whilst in past times you learned from your father and mother that people coming out get to go first. Less people seem to be interested in good forms and good behavior. Education nowadays is concentrated on skills and knowledge and less on the morality of things in most areas of basic education. Forms in which people interact are changing as well. No longer is the teacher addressed as "Sir Johnson", but now as "Bill". It all reflect changes, and not all changes are for the best of society.

We all know that the hunt for the easy thing has brought many civilizations down. Doing the easy thing in stead of the proper thing is what we do in current times as well more then we should be. And we are in a state of mind where this becomes more and more accepted and "understandable". Nevertheless, taking the easy route out WILL bring us down.

It has taken down our judo already.

maandag 3 september 2012

Tweerichtingsverkeer op de Levensweg van het Judo



Zoals iedereen weet is Judo een "Do", oftewel een "Levensweg". Een manier dus waarop je in het leven staat en het leven vorm geeft met de doelstellingen van Judo in je achterhoofd. Een graduatie systeem zou dus eigenlijk moeten weergeven waar je precies staat op die "Levensweg". Wat je positie is op de "Do". Een kilometerpaaltje zeg maar.

En die "Do" die moet gaan van je huidige positie leidend naar de richting van de doelstellingen van het judo. Dat staat op de Wegwijzer aan de zijkant van die "Do". Je weet wel: zo'n ANWB paal die wijst naar waar het naartoe gaat. In het geval van Judo: zelfperfectie en het daarmee leveren van een bijdrage tot een betere maatschappij. Als we de kyu fase meerekenen, dan zijn de kilometerpaaltjes dus netjes op volgorde naast die "Levensweg" geplaatst van witte band tot en met... witte band. Van rok-kyu tot ju-dan dus.
En wel zó, dat de witte band aan het begin van die Levensweg staat, en de dikke rode band die bij de ju-dan hoort ergens helemaal achteraan de Levensweg te vinden is.

Je zou dan dus kunnen zeggen dat iemand die een roku-dan (zesde dan) heeft en een kohaku-obi draagt al redelijk ver op weg is naar die zelf-perfectie, en naar het leveren van een mooie bijdrage aan het verbeteren van die maatschappij, nietwaar?

Dat lijkt er echter niet altijd op.....

Onlangs werd in the USA nog een hoge Dan graad houder gearresteerd op verdenking van diefstal van een groot geldbedrag over een behoorlijke tijdsperiode van een organisatie voor kinderen van een schoolband.
Hoezo "zelfperfectie"? Laat staan dat dit gaat over "het leveren van een bijdrage tot een betere maatschappij"! Toch vonden sommigen dat deze persoon die hoge Dan graad ooit verdiende?

Punt is, dat een via wedstrijd of examen behaalde Dan graad dan wel een momentopname is, maar niet meer kan worden "afgepakt" als daar iets aan veranderd. Bijvoorbeeld bij ernstige overtredingen van de Wet of zware inbreuken tegen de medemenselijkheid, of andere dingen waarvan je niet kunt stellen dat het bijdraagt tot een betere samenleving, of in de verste verte niets te maken heeft met het toewerken naar zelfperfectie.
Nee, een eenmaal gegeven Dan graad blijft staan. Al gaat het een jaar later om de grootste crimineel uit de geschiedenis: die Dan graad blijft hij houden!

Da's jammer, want daarmee wordt niet echt recht gedaan aan het principe van de Levensweg. Een weg heeft immers óók meestal twee-richtingverkeer. En mensen die perse op enig moment de weg in tegengestelde richting willen bereizen komen dan meestal ook dezelfde verkeersborden weer tegen die zij eerder gepasseerd waren! Wat mij betreft zou er dus helemaal NIETS op tegen zijn, als een 6e Dan na een inbraak bijvoorbeeld werd teruggeplaatst naar een lagere Dan graad. Hij is immers op de tegengestelde weg gereisd dan de "Do" aangeeft, en waarom zouden we zo iemand daarvoor belonen door hem zijn Graad te laten houden?


donderdag 30 augustus 2012

Wanneer houdt het op?

En toen... was het.... over...... of ?

Judo is een Levensweg naar idee van de oprichter Kano Jigoro Shihan. Iets dus, dat vorm geeft aan de manier waarop je in het leven staat, hoe je het beleeft, wat je doelstellingen in het leven zijn mee helpt bepalen. Judo heeft invloed op je gedrag, je vermogen tot tolerantie, het verlegt je grenzen wat betreft zelfbeheersing en vergroot je relativiteitsvermogen. Het is het zout in de pap voor je zelfdiscipline en vermogen tot kameraadschap en samenwerking. Kortom: Judo kan een Leven op grootste wijze beïnvloeden! Wat, als dat inééns ophoudt?

Bijvoorbeeld door een zeer ernstige blessure. Een aanrijding of ongeluk, een ziekte die er voor zorgt dat je nooit meer aan judo kunt doen hoe graag je ook zou willen. Wat dan?

Stoppen, ja. Uiteraard. Maar hoe? Houdt het dan op bij een handdruk van de Sensei en een bloemetje met de mededeling "Beterschap" ? Een bezoekje van je judo maten met de beste wensen? Moet dat het dan zijn?

Nee, dat kán en mág niet zo gebeuren! Kán niet, omdat een "Levensweg" zich niet zó simpel laat afstoten. De massale invloed die het judo op je leven heeft gehad laat zich niet zó maar door een ziekte of ongeval terzijde schuiven. Waar het fysiek zal toegeven, zal het psychische ernstig gaan tegenstribbelen. "Cold Turkey" stoppen met judo grenst (voor hen die het tot levensweg geworden is) aan mishandeling. En dáár doen wij judoka niet aan!

Het is dus aan de Sensei om een alternatief pad voor zo'n judoka te banen. Een pad dat tot acceptatie leidt. Dat de vorm van het judo van zo'n judoka wijzigt. En dat is niet simpel. Maar de taak van een Sensei is nooit simpel. Misschien hebben we er daarom nog maar zo weinig. Sensei zijn is moeilijk en continu uitdagend. Het vergt een bewogen en meevoelend mens met grote pedagogische talenten. En die zal hij allemaal nodig hebben om de "verhinderde judoka" te helpen.

Ten eerste door een goed gefaseerde afbouw van diens fysieke judo. Daarvoor zijn altijd mogelijkheden te vinden. Zelfs als dat niet verder gaat dan langs de kant zitten. De factor tijd is daarbij van veel meer belang dan de factor inhoud. Abrupt moeten stoppen met een levenspad veroorzaakt een rouwproces. Niets meer en niets minder. De verwerking daarvan dient op zorgzame wijze vorm te worden gegeven om de gevolgen voor de judoka zoveel als mogelijk te beperken. En dat is dus óók een taak van de Sensei. Geen Sensei mag ooit afscheid nemen van een "verhinderde judoka" door een handdruk met de woorden: "Het ga je goed verder! Jammer dat het zo moet aflopen." Want dat moet immers niet. Daar heeft de Sensei zelf de hand in.

Ons judo dicteert de zorg voor de partner. Niet alleen op de mat, maar ook erbuiten. En die zorg spitst zich dus ook toe op het bieden van "een alternatief pad" wanneer het pad dat over de tatami loopt niet meer toegankelijk is.

Hier wordt in Nederland véél maar dan ook véél te weinig aandacht aan geschonken. Ook een "verhinderde judoka" is en blijft een judoka totdat hij niet meer op de wereld is. Of hij nou op de tatami staat of niet.

zondag 26 augustus 2012

Hoe het Verder moet: de Schijf van Vijf !

De Judo Schijf Van Vijf


Het wedstrijd judo is dood. Wie dat nog niet ziet is oftewel een Reuze Optimist of doet nog niet zo heel lang aan judo. Maar hoe verder?

Er moet simpelweg een wedstrijdvorm blijven. Shiai is immers een basis bestanddeel van ons judo. Maar het moet wél in balans zijn met de andere onderdelen. Min of meer althans. Er zijn natuurlijk "fasen" in ieders judo. Individueel kan men in verschillende fasen zitten. Maar een judo club zou alle fasen gelijkwaardig moeten kunnen aanbieden want een club behoort boven één individu uit te stijgen immers.

Daarmee bedoel ik, dat een judo vereniging zowel Kata, Randori, Shiai maar ook Mondo en Kogi op gelijkwaardige basis in het pakket moet uitdragen en faciliteren. En dan is het aan de judoka zelf om te kiezen waar hij op dat moment de nadruk wil leggen.

Nú is het vaak zo, dat een judoclub alléén het wedstrijdelement uitdraagt. Het is zelfs vaak zó, dat er verder niet eens wat IS. Dat acht ik fout. Daarmee biedt de club niets anders dan wedstrijd judo, en ergo dus géén judo! En in zulke gevallen vindt ik het dus helemaal niet verkeerd als wedstrijd judo "dood" is. Want zo'n club zal dan het loodje leggen in de toekomst. Er is namelijk geen inhoud. En de "consument-judoka" zal dat gaan inzien straks.

We hebben het er al vaker over gehad: judo is niet wat jij er van maakt, of hoe jij het wilt zien. Het is immers niet jouw judo. Het judo is van iemand, en die iemand, dat ben jij nou eenmaal niet. Jij mag doen wat je wilt natuurlijk, en als jij aan een soort van sport wilt doen die bestaat uit één element uit het judo, dan ben je daar wat mij betreft totaal vrij in, maar noem het dan geen judo meer.

Als iemand in een fase zit, waarin hij alleen wedstrijden doet, dan is daar niks mis mee. Maar de club dient wél de belangen van haar leden in die zin te bewaken, dat zij een afgewogen en uitgebalanceerd judo aanbiedt. De Judo Schijf van Vijf dus. Vervolgens is het de taak van de Sensei in het oog te houden wie wanneer aan wat toe is, en daar behulpzaam te zijn met motivatie, keuzes en coördinatie naast instructie.

Goed uitgebalanceerd judo is daarmee voornamelijk een zaak van de Sensei. Een Sensei is dan ook méér dan een instructeur. De instructeur biedt aan wat gevraagd wordt, de Sensei motiveert tot het stellen van andere vragen. Er is een diepgaand verschil tussen beiden.

In het judo hebben wij minder instructeurs nodig, en méér Sensei. De Schijf van Vijf dient in Ere hersteld te worden alvorens wij het judo weer terug op de kaart kunnen plaatsen!

vrijdag 24 augustus 2012

JBN. Is er een Keuze? Jawel.


Zoals zo vaak in het leven is er een keuze. Ook als je dénkt dat die er niet is blijkt bij nauwkeurige studie dat dit wel een érg gemakkelijke opvatting is. Keuzes dienen altijd gemaakt te worden, en uiteindelijk is ook de gemakkelijkste weg kiezen een keuze. En de gemakkelijke weg is wel JBN. Want de meeste judoclubs in Nederland zijn wel bij JBN aangesloten. En dus volg je over het algemeen dat pad.

Misschien totdat je oud genoeg bent om bepaalde vraagtekens bij die keuze te zetten. En dat verschijnen van die vraagtekens is geenszins een automatisme. Sommigen zijn en blijven hun hele judo-leven lid van de JBN zonder problemen of vragen. Dat kán. Daar is ook niets mis mee. Net zoals er niets mis is met een keuze van een Katholieke school boven een Openbare school, of misschien voor een Christelijke school. Kan allemaal. Mág allemaal. Gelukkig hebben wij in Nederland die vrijheid.

Maar het wordt wat ánders als de kritiek op de JBN wel degelijk gaat "knellen" en men bijvoorbeeld het lidmaatschap van die bond als belemmering ervaart op de één of andere manier. Bijvoorbeeld omdat men vindt dat het bij de JBN allemaal niet meer gaat om datgene dat men in zijn judo zélf belangrijk vindt. Dat kan óók. Niet iedereen wandelt immers het pad van de JBN. Dat hoeft ook niet, want er zijn keuzes te maken, zoals ik al zei. En dáár gaan we het vandaag eens over hebben.

Een mogelijkheid is bijvoorbeeld IMAF. En nou niet metteen roepen dat dit een obscuur klein clubje nietszeggende figuren is, want onwetendheid is onderbouwing voor vrijwel niets. IMAF is een internationale organisatie, en is in 1952 opgericht door niet de allerminste. Zo is bijvoorbeeld onder de oprichters Mifune Kyuzo 10e Dan, en Ito Kazuo 10e Dan. Zéér grote namen in de judo wereld. De naam Mifune kan in één adem genoemd worden met de naam Kano. En dát maakt IMAF niet zó maar een clubje lui die nergens anders terecht kunnen mocht u dit denken. U kunt de historie van IMAF hier nalezen. Zéér interessant!

Daarnaast is IMAF de enige organisatie ter wereld op het gebied van judo die zich mag tooien met Keizerlijke goedkeuring. Immers, Kokusai Budoin's (IMAF) éérste voorzitter was Prins Tsunenori Kaya, oom van de Keizer van Japan. Hij werd opgevolgd door Prins Higashikuni. En dát betekende nogal wat in Japan die tijd!

In Europa was er ook een vertegenwoordiging van IMAF actief, maar zoals altijd in Europa kwam het in die organisatie tot scheuringen (o.a. 1983, 2005) op grond van politieke meningsverschillen.

IMAF is ook in Nederland actief. Aan de wieg van IMAF Nederland vinden we befaamde namen als J. Dick Schilder en Cees van den Heuvel. Maar ook van Nieuwenhuizen.

Zoals u ziet. Er zijn keuzes te maken. En er zijn er méér, zoals IBF judo. Die vindt u hier.

zondag 19 augustus 2012

De Belgen waren onsportief.



Nu de hitte beslag op ons polderlandje heeft gelegd en wij de activiteiten enigszins teruggeschroefd hebben, is er méér tijd om even de gedachten te laten gaan over hetgeen in de laatste tijd alzo is gepasseerd. Dingen die je normaal zou wegslikken en niet meer bij stilstaan hebben nu de kans om eens "afgewerkt" te worden. Met een knipoog naar de hitte bij voorkeur met een cocos-coctail mét parapluutje natuurlijk!

En het duurde niet lang, of er borrelde iets heftig omhoog dat mij danig geraakt heeft. En wel het onsportieve gedrag van de Belgen tijdens de oefeninterland tegen Nederland. Natuurlijk, wij verloren die, but who cares, het was een oefeninterland en die zijn er om te "oefenen" nietwaar? Het eindresultaat speelt in deze dus wat mij betreft geen enkele rol.

Néé, met name het massaal door het Nederlands volkslied héén fluiten van de Belgische supporters heeft mij geraakt. Dagen later borrelt het immers nog door mijn hoofd als "onverwerkte post".
Ruzie met het vervelende buurjongetje, daar ben je aan gewend. Maar als je eigen broer je in je rug schopt wordt het inééns anders.

En dat brengt ons op de rare relatie als volk die wij met de Belgen hebben. De meeste Nederlanders hebben de Belgen vrij hoog zitten. Wij vinden Belgen doorgaans sympathieke, bourgondische, ongecompliceerd warme mensen met wie we graag optrekken. Zo niet andersom! De Belg heeft nog steeds een "bezetters" gevoel bij ons Nederlanders en ziet ons in het geheel niet zo als wij de Belgen zien. De Belg ziet de relatie met de Nederlander meer zoals wij de relatie met de Duitsers zien. En dat verschil realiseren wij ons niet voldoende, met als gevolg dat het ons van tijd tot tijd hard raakt.

Stel je organiseert een interland in eigen huis. Je nodigt de Nederlanders uit. Als je dan met zijn allen keihard door het volkslied van de gast gaat zitten fluiten is dat een al even keiharde belediging van een geheel volk.
Dat heeft weinig met sportieve strijd te maken. Het is een vorm van minachting. In het geval van de Belgen natuurlijk ook een vorm van frustratie. De eeuwige arrogantie van de Nederlanders aan de ene kant en de eeuwige onmacht van de Belgen om successen te boeken aan de andere kant. Natuurlijk, Nederland sneuvelde in het EK nogal smadelijk. Maar wij versloegen wél eventjes Brazilië in het WK en werden daar vice-Wereldkampioen. Wat kan Belgie daar ook al weer tegenover stellen?

En ik schreef in het begin al, dat de uitslag van de interland dit stukje niet zou beinvloeden. Maar dat ligt geheel anders voor de Belgen. Voor de Belgen was dit géén "oefeninterland". Tegen de Hollanders moest-en-zou persé gewonnen worden. Voor de rest was er niets belangrijks aan dat duel. Tegen Holland moet men winnen om de arrogantie van de Hollanders af te straffen. Dat is wat er in "de Belg" zijn hoofd rondspookt. "De Belg" realiseert zich niet dat die gedachte voor een deel gevoed wordt door zijn eigen frustratie omtrent de eigen internationale resultaten van Belgie als voetbalnatie. Want die raken aan nihil. Ondanks een forse hoeveelheid talent in de ploeg. Je zou haast zeggen, dat wat wij tevéél hebben en daar "arrogantie" heet, de Belgen te weinig hebben. De Belgen spelen vaak met de staart tussen de benen en hebben te weinig flair in hun spel. Dat is hun eigen state-of-mind. Daar kunnen wij, Hollanders, niets aan doen.

In die zin zoeken we dus een argumentatie waaróm de Belgen ons zo uitfloten tijdens de oefeninterland. En de reden dat ons dit zo bezighoudt (mij althans) is de sympathie die ik nog steeds voel voor "De Belg". Dat dit niet wederzijds blijkt te zijn raakt mij iedere keer weer. Want ik heb een zekere broederliefde voor de Vlaming en zijn omgeving. Niets is pijnlijker dan onbeantwoorde liefde. En dat geldt ook in voetbal of judo.

Hoe hebben jullie dat ervaren?


zaterdag 18 augustus 2012

Van der Geest vertrekt. Blij?

Zoals het judo ons leert, past ons Respect voor de medemens, en dat moet eigenlijk voorkómen dat wij al te hard juichen om het vertrek van iemand die veel tijd in het judo geïnvesteerd heeft. Zij het niet om judo als educatief systeem te dienen maar om medailles voor de Natie veilig te stellen. Brood en Spelen hebben immers óók een functie in het sociaal bestel. Nee, nét als bij een overwinning in het judo denk ik persoonlijk niet, dat het ons past om nu zoals Teddy Riner een vreugde dansje te gaan doen.

Natuurlijk is het mooi dat Nederland Judoland weer een nieuwe impuls kan krijgen. Er is niets mis met verjonging. Maar iemand van 67 die hoe-dan-ook veel tijd in de sport heeft gestoken verdient het op zijn minst om op waardige wijze afscheid te nemen, en de waarderende woorden van Jos Hell van JBN zijn dan ook terecht. Terecht vanwege de aard van het event ter gelegenheid waarvan zij werden gesproken let wel.

Hetgeen mij akelig dicht bij het moment brengt waarop je een waslijst met zaken gaat opnoemen die niet zo goed verlopen zijn als had gekund onder regie van Van der Geest, doch, gezien de eerste twee alinea's pas ik daar nu even voor. Sore made Van der Geest!

Wij moeten oppassen om telkens maar weer de schuld voor het falen van iets (wat dan ook) op één toevallig gemakkelijk aanwijsbaar persoon te schuiven.

Dát is natuurlijk niet de realiteit. Want Van der Geest kan dan aan de rand van de tatami wel een geweldig grote muil opzetten, hij is niet de enig schuldige aan het jongstleden judo-debacle op de Olympische Spelen in London, nee sterker nog, aan de status quo van het wedstrijd-judo in het algemeen in Nederland. De één in meerdere, de ander in mindere mate hebben wij daar immers allen schuld aan! En dan werkt het weliswaar als een mooie katalysator om nu De Vreugdedans rond het vertrek van Van der Geest te doen, maar dat bevrijdt ons écht niet van "de eigen schuld" die wij hier te dragen hebben. Al werkt het zó wél natuurlijk. Nederlands Elftal presteert niet op de EK: hoppa, dát is de fout van de trainer, eruit met die vent, en dág mijnheer Van Marwijk. Vergeten is op slag de prestaties die tot vóór het EK geleverd werden met als Kroon op het werk een vice-wereldkampioenschap. Alsof het niets is!

Dat zijn vervelende trekjes van ons mensen. Daar moeten we eens mee ophouden. Niks vreugdedansje. Zakelijk blijven. Bedank de man voor wat hij al dan niet heeft gedaan (daar zal toch altijd iedereen verschillend over blijven denken) en neem respectvol en waardig afscheid van zo iemand onder enig besef van de eigen rol en verantwoordelijkheid. Is dát niet wat het judo ons te leren heeft?

Kijk, de komst van Van Gaal is ook weer iets waar je ambivalent in kunt staan. Persoonlijk is Van Gaal mijn all-time-favorite, maar of hij op deze leeftijd nog wat nieuws te brengen heeft? Ik denk eerder dat het lijstje van beschikbare trainers voor de rol van bondscoach zo langzamerhand akelig kort werd. En  dat lijstje is vast niet het lijstje dat jij in elkaar zou zetten. Want niet iedereen is politiek bij de KNVB even wenselijk.
Goh, waar kennen we dat toch van in ons judo? Hmmm.

Feitelijk is het overal hetzelfde. Politiek gaat voor Sportbelang. Vriendjespolitiek komt ná Politiek op een mooie tweede plaats. Publieke Opinie op de vierde, want de wil van de Hoofdsponsor zit daar nog vóór.

En daarmee wil ik deze post graag besluiten. Want wie ook de opvolger van Van der Geest gaat worden: topsport gaat niet zonder geld, en er zal voldoende funding moeten zijn om de plannen uit te werken. Dát staat als een paal boven water. Vraag is, wat "voldoende" is, en of die "plannen" (is er wel een méér-jaren strategie plan binnen Nederlands judo??) wel zo zwaar op funding moeten leunen.

Hoe het ook zij, in ieder geval hoop ik dat de nieuwe coach het judo weer centraal zal stellen. En niet vanaf de rand van de mat zal gaan schreeuwen: "Er om héén circelen, er om héén circelen" (gehoord op de OS dit jaar) om zodoende de resterende tijd weg te laten tikken op de klok terwijl de tegenstander zo weinig mogelijk kans op judo wordt geboden. Nee. Ik hoop, dat er weer een coach komt die judo centraal stelt. Die judoka een kans geeft om te schitteren die daarvoor ook werkelijk willen gaan, en die er een broertje-dood aan hebben om met 3 shido op zijn of haar naam naar huis te fietsen. Dát hoop ik!


vrijdag 17 augustus 2012

De bushido moet terug in judo!



Zo is het. Wederom een "Gevlamde Uitspraak" op dit blog! Want ik denk dat het nódig is. Als we dan tóch persé het judo willen concentreren rondom sport, en niets anders, laten we dan kijken of we de doelstellingen van Kano Jigoro Shihan iets dichter bij de sport kunnen krijgen.

Om te beginnen is het geshido dat nú plaats vindt, geen judo. De huidige spelregels resulteren in geduw, getrek en geruk, kleine technieken, kleine puntjes maken, op de klok kijken en schreeuwende coaches die momenten aangeven waarop iets wel of niet moet gebeuren. Als je goed nadenkt, heeft dat niets meer met judo te maken, maar daarover schreven we al vaker dus nu even niet.

De Bushido heeft een aantal mooie elementen in zich, die van zodanige waarde zijn in termen van aansluiting bij de leer van het educatieve judo, dat hergebruik overwogen moet worden. Het begrip Eer kan best in moderne vorm terugkeren in de sport, in plaats van dat obligatoire al-weglopende-knikje dat men dan ook nog een Rei noemt. Eervol gedrag.

Kano zou de spirit van bushido maar al te graag terugvinden in ons moderne judo, er zijn genoeg uitspraken van Kano bekend waarin hij bijvoorbeeld de leer van de bushido in de moderne Olympische Spelen dacht te kunnen integreren. Zou mooi geweest zijn. Helaas is dat er niet van gekomen, maar toch. De idee is verlokkelijk. Een moderne interpretatie van bushido natuurlijk, laten we dáár geen misverstanden over laten bestaan. We praten hier niet over "eer tot de dood" in de tijd van de samurai. We praten hier over een sportieve "state-of-mind".

We moeten terug naar de Ippon. Wég met yuko en alle andere punten-prut. Ippon moet bepalend zijn. Niks geschuifel met shido en yuko, kijkend op de klok. Vol punt maken en vol punt najagen. Dat is het judo immers ten volle uit. De klok begint te tikken en je tijd loopt. Zodra het Ippon er is, zit de wedstrijd er op. Ippon = Instant Winst.

Dus ga jij maar lekker schuifelen met je shido-judo, dan knal ik jou wel met vol Ippon met een tai-otoshi op de mat en de winst is voor mij. Zoiets. Een shido is dan een straf die je krijgt omdat je rottigheid uithaalt. Shido = einde partij = verlies. Niks puntje achter. Shido? Wegwezen dan!

Helder zijn. Duidelijkheid verschaffen. En als jij dan de klok uit wilt hangen met je stijve judo pak: be my guest. Dat levert géén punten en géén Eer op, en dat geeft de ander meer mogelijkheden. En zodoende komen de echte judoka vanzelf weer bovendrijven!

Lekker duidelijk ook voor de toeschouwer. Klein veegje is aardig, maar krijg je niks voor. Ippon moet er komen. Iedere judoka moet dus gaan voor VOL resultaat. Dat geeft schouwspel en spektakel. En géén schaakspel door schaakspelers in een judogi!

De bushido leert Respect voor de tegenstander. In verlies maar ook in winst. De tegenstander ZAL in zo'n systeem met Respect behandeld moeten worden. Zo niet, shido en ophoepelen maar. Géén respect voor de tegenstander = Instant Verlies.

Laten we vooral het KISS-systeem weer gaan hanteren. KIS staat voor: Keep It Simple and Straightforward. Werkt elke keer weer. Dus óók in het judo!


donderdag 16 augustus 2012

Schrijf een judo boek!

Even kijken... over wie zal ik het gaan hebben?

Ja, ik wéét het. Ik ben óók auteur. Néé, niet vanwege dit blogje. Ik schrijf ook boeken. Jawel. Dus kom nu niet met verhalen over hoe moeilijk het allemaal is om een boek te schrijven, hoeveel tijd er in gaat zitten, hoe weinig het oplevert, enzovoort enzovoort. Seen that. Been there. Got it.

Maar het irriteert mij hoeveel tamelijk zinloze boeken er op judo gebied verschijnen terwijl insiders wéten dat véél kennis over de werkelijk belangrijke onderwerpen binnen een tiental jaren compleet verdwenen zal zijn en dáár schrijft niemand een boek over. Hoe dom is dat?

Of zou dat komen omdat eigenlijk de kennis ontbreekt om boeken te schrijven die er écht toe doen? Schrijven wij tegenwoordig boeken om een persoonlijk belang te dienen, in plaats van vorm te geven aan onze immer voortdurende zoektocht naar judo-kennis? Ik ben er bang voor.

Het wordt ons tegenwoordig ook wel érg makkelijk gemaakt om even snel iets in elkaar te rotzooien. Je kiest een onderwerp dat 40 of 50 jaar geleden speelt, bij voorkeur is de eigenlijke hoofdpersoon inmiddels overleden (dat werkt makkelijk), je duikt wat oude foto's op, knipt-en-plakt hier en daar wat tekst erbij (of laat dit bij voorkeur door een het zout in de pap niet verdiende "tekstschrijvert" doen) wat je niet wéét verzin je gewoon terplekke (géén hond kan het tegendeel bewijzen), je zorgt voor wat pakkende omschrijvingen en een flitsende titel: et voila! Uw boek is gereed! Publikatie kost geen drol, want het is immers de tijd van "print-on-demand". Dus als de sukkel die het wil kopen zich meldt, dan laat je er een stuk of 5 printen en verdient er nog wat aan ook. Zó simpel ligt het. Althans, die indruk krijg ik wel. Jij niet?

Ondertussen ging het die "auteur" natuurlijk helemáál niet om de inhoud, of het ledigen van de schrijverskruik. Néé, zoals vaker in Judo-Politiek-Nederland zijn er geheel andere belangen mee gediend. "Het Boek" wordt bijna nooit bescheiden in de markt geplaatst, doch met aan feestelijkheid grenzend entertainment geopenbaard het liefst met zoveel mogelijk Pers erbij, en ten geleide zoveel mogelijk video. Bij voorkeur "virale video". Want Mijnheer X heeft gepubliceerd! Mijnheer X is namelijk inééns een expert op gebied Y en dat zúl je weten. Mijnheer X krijgt een zelfvervaardigd stempel op zijn voorhoofd gedrukt vanaf dát moment. Hij (of Zij) is inééns de Y-Expert in Nederland! Jawel. Of dat objectief gezien ergens op slaat is hevig de vraag, maar dat mag de feestvreugde niet drukken. Het gaat om het ego. Want ego-poetserij is de snelweg naar promotie in judominnend Nederland. En niet vanaf vandaag of zo hoor. Nee, dat trucje kennen we al langer, zij het vroeger in iets andere vorm. Maar ja, techniek veranderd, mogelijkheden komen binnen bereik van ieder.

Alleen als ik morgen een print-on-demand werkje publiceer over de wetenschappelijke essentie van kern-fusie kan ik mijn borst natmaken, want dan wordt ik waarschijnlijk wetenschappelijk gevierendeeld door high profile experts die mijn refs gaan natrekken, mijn formules tot zeshonderd posities achter de comma gaan narekenen, en zich afvragen waar mijn "peer-reviews" te vinden zijn. Zo niet op judo gebied. Want iedereen weet wel wat die "peer-reviews" in Nederland waard zijn. Niks. Want niemand wéét hier iets. In Nederland barst het van de copy-cats. Wij horen wat in Japan, en ijlen terug huiswaarts om het hier vervolgens als Grote Waarheid uit te buiten. Of, in zeldzame gevallen, zonder enig eigenbelang uit te dragen. Maar de wérkelijke diepgaande kennis van het onderwerp, welk onderwerp óók in judo, is hier vaak echt helemaal nérgens te vinden. Daarvoor moet je naar Japan, en dan moet je Japans kunnen spreken, verstaan, lezen en schrijven. En als je dan niet weet hoe je jezelf hebt te gedragen, kom je evengoed met niks thuis.

Daarom zit niemand in Nederland te wachten op het zoveelste flauwekul boek over verloren gewaande technieken die opééns hervonden zijn, maar zit iederéén in Nederland én in de rest van de wereld, te wachten op een Standaard Werk Judo. Waar écht de hele historie tot in de diepste diepten is uitgezocht, vastgelegd en gedocumenteerd. Met bewijzen, voetnoten en referenties. Met kruisverwijzingen naar relevante bronnen. Wetenschappelijk opgebouwd. Met interviews met mensen als Daigo Sensei. Om alsnog veilig te stellen wat anders verloren gaat. Een Werk dus waar geld in moet. Geld om naar plaatsen te reizen, geld om zeldzame boeken aan te schaffen die informatie kunnen bieden om bepaalde verbanden aan te tonen en te verduidelijken. Geld om naar familieleden te reizen van helaas reeds overleden judo meesters, om te kijken of dáár nog iets te vinden cq. te redden valt. En je begrijpt: dat kost moeite. Járen moeite. En iederéén leunt rustig terug in zijn persoonlijke tv-stoel, terwijl die onderzoeker zich het vuur uit de sloffen loopt om alles bijéén te krijgen. In zijn vrije tijd natuurlijk. Dát soort boeken. Dáár zitten we op te wachten!

Het gonst al langer van de geruchten in de judo wereld, dat één van dát soort boeken er binnenkort aan zit te komen. Wat "binnenkort" is weet niemand, maar insiders weten wél, dat als er één persoon is die in staat is om op een wetenschappelijk verantwoorde manier over het judo tot in de diepte te geraken het juist dié persoon is die dat lijkt te kunnen. KUNNEN. Of het ook werkelijk gebeurt zal de toekomst leren. Duidelijk is wél, dat we van de Kodokan niet veel hoeven te verwachten op dat gebied. Er lijkt een fatalistische instelling te bestaan over het veiligstellen van veel informatie in die cultuur. Alhoewel Kano Jigoro Shihan er véél aan was gelegen om het judo te verspreiden over de wereld, en hij nou juist het judo als educatief concept wilde verspreiden en niet het sport-judo pur sang, is het juist de Kodokan die in de verspreiding van veel informatie zeer terughoudend blijkt. Véél informatie in de Kodokan bibliotheek is alléén in het Japans beschikbaar en wordt simpelweg niet vertaald. We moeten het doen met enkele vertalingen van teksten en boeken van Kano Jigoro Shihan, en werken als dat van Otaki en Draeger. Maar de detailinformatie... tja.

Ondertussen klungelen we in Nederland rustig verder met het uitbrengen van persoons-verheerlijkende rommel waar vervolgens de meest angstaanjagende conclusies aan worden verbonden. Maar dáár gaan we het nu even niet over hebben.

Wij wachten in Spanning af.... op..... Het Boek


woensdag 15 augustus 2012

Geesink, Riner en Ruska. Eén nivo?

"So, exactly how is one supposed to show off one's best judo when being overwhelmingly physically dominated by one of the most incredible athletes in the history of Judo?"
Een "Ere"-schavot voor Teddy Riner

Deze opmerking kwam ik tegen op het Amerikaans georiënteerde judoforum. Het geeft een aantal zaken op pijnlijke wijze aan. Ten eerste, elk tijdvak kent zijn eigen kampioenen. "Comparison is Futile" zouden "The Borg" ongetwijfeld zeggen. En wie weet zijn "the Borg" wel de kampioenen van de toekomst. Who knows. Allemaal assimileren in één grote commerciële nietszeggende Kermisvertoning!

De opmerking geheel boven gaat natuurlijk over Teddy Riner. En zo wordt inééns Teddy Riner bestempeld tot "één van de méést ongelofelijke atleten uit de historie van het judo". Tja. Hum. Als je zoiets beweert heb je tóch het één en ander gemist in die historie! Tenminste, als "ongelofelijk" hier als superlatief bedoeld is. In ieder geval heb je een goede Sensei gemist in je judo opvoeding die je bescheidenheid en Respect voor je tegenstander zou hebben bijgebracht. Een Ware Kampioen toont dat. Met overtuiging wel te verstaan. Riner staat daar nét zo vér van af als een goudvis zich thuis voelt tussen de kamelen in de Sahara, zo lijkt het wel. Er is niets zo ontérend als een Kampioen die zich een slecht overwinnaar toont. En niet alléén voor zichzelf, maar daarmee tevens voor zijn Sensei en thuisclub.

Ik ben geen lid van "deze generatie" maar méér één van de vorige. Toen hadden wij onze Kampioenen. En aldus ben ik zeer gekleurd en allerminst objectief, vermoedelijk ook omdat ik onder beide Grootheden uit ons land uit die generatie heb mogen trainen. Juist: Anton Geesink en Willem Ruska.

En ik schoot even in de lach toen ik die opmerking las, wetende dat Anton Geesink, maar zéker Willem Ruska, die hele Teddy Riner uit elkaar hadden getrokken in hun tijd mochten zij dat gewild hebben. Beide waren immens sterk. Powerhouse Geesink paarde een uitstekende technische bagage aan een onmogelijke kracht. Geesink had véél meer kracht dan je op grond van zijn niet onaanzienlijke verschijning zou vermoeden. En die wás al "behoorlijk" zeg maar..... En dat kwam écht niet allemaal door het trainen met boomstammen! In die tijd was ik jong, krachtig en goed getraind. Doch voor Geesink niet meer dan een speeltje. Ik heb zijn immense kracht aan den lijve mogen ondervinden. Hij liet mij héél, maar zeker niet door mijn eigen verdienste.

Ik kende in die tijd héél wat "grote" judoka, zowel qua technische bagage als qua lichaamsgewicht. Maar niets en niemand kon ook maar tippen aan wat Geesink op de mat bracht, behoudens de iets later opbloeiende Ruska. Die overigens óók maar zo de rol van Conan the Barbarian had kunnen spelen. Man man wat zag die man er uit, en wat hád die man een judovermogen. Onbeschrijfelijk! Het is nooit gekomen van een match tussen beiden (Geesink zorgde daar wel voor) maar ik ben ervan overtuigd dat Ruska een dergelijke match in zijn hoogtijdagen met zekerheid had gewonnen. Geesink kennelijk óók.
Doet niets af aan de geweldige prestaties van Geesink die nimmer meer geëvenaard kunnen worden. Niet door het aantal Olympische- en WK medailles, maar door het feit dat hij de éérste Westerse judoka was die de Japanners versloeg. In eigen huis nog wel!

En als je dan terugdenkt aan die wereldberoemde match tussen Geesink en Kaminaga, en ziet hoe Geesink oog had voor reishiki aan het eind van die match (hetgeen op zich een wereldberoemde scene is geworden) dan laat het onmiskenbaar de hand van de Japanse Sensei zien die hem tot een dergelijke hoogte gebracht had. Dát is hoe een Groot Kampioen zich dient te gedragen. Dát is, wat de Sensei én de thuisclub "trots" maakt. En kijk dán eens naar het gedrag van deze Riner. Dit Youtube filmpje vertelt je eigenlijk alles over deze judoka: http://www.youtube.com/watch?v=p9ffjaLzv70

En als je dan het gedrag van deze Teddy Riner én zijn "sportieve" prestatie tegenover Geesink en Ruska zet, ja, dan hoef ik niet langer dan 0,1 seconde te denken om met zekerheid te kunnen concluderen:

Zowel Geesink als Ruska waren beide een maatje of wat te groot voor Teddy Riner.
Zowel qua judo, als qua gedrag! Het kan mij niets schelen van wie die Riner wint, of wélke medaille hij ook haalt. Een dergelijk gedrag is een SCHANDE voor het judo en schreeuwt om correctie.

Dát heb ik Geesink of Ruska nooit zien doen. Zij wisten beter. Zij waren judoka.

Riner's gedrag is precies datgene tot wat de IJF judo heeft gemaakt. Hopelijk bevalt het de heren. Mij bevalt het allerminst. Walgelijk.

dinsdag 14 augustus 2012

De Denkfout in ons jū-dō



De gedachte ontstond tijdens het kijken naar het boogschieten op de Olympische Spelen 2012 te Londen: Japan werd derde. Ik krabde eens op mijn hoofd, en bedacht mij, dat Japan toch óók de bakermat is van Kyūdō oftewel: "de weg van de boog". Oók een "Do" dus, en als zodanig óók een "methode" om te komen tot fysieke, morele en geestelijke ontwikkeling nét zoals in ons jūdō.

Het lijkt er echter op, dat ook dáár de Japanse dominantie teloor is gegaan, want alhoewel een derde plaats op de Olympische Spelen zeker héél mooi is, geeft het ook aan dat je op dat moment niet "de beste" was. Dat was Zuid-Korea. Opmerkelijker is, dat ook Italië zich nog tussen Japan en Zuid-Korea kon nestelen: zij pakten zilver.

Je mag toch eigenlijk verwachten dat een volk waarvan de beoefenaren het boogschieten tot levensweg hebben gekozen in staat zijn daarin uitzonderlijk uit te blinken. Je zou dus verwachten, dat daarin Goud "gepakt" zou kunnen worden. Vooral als je ziet hoe diep de mentale aspecten in Kyūdō geworteld zijn en men ook dáár streeft naar zelf perfectie. 

Het lijkt erop,  dat een aantal interessante parallellen te trekken zijn met het jūdō. Ook het boogschieten bij de Olympische Spelen is een volstrekt ander spelletje geworden dan het oorspronkelijk Japanse Kyūdō. Andere materialen, andere doelstellingen, andere technieken, andere spelregels.
Ook dáár bestaan kennelijk grote moeilijkheden met de transitie naar de moderne wedstrijdsport. Dat kán haast geen toeval zijn! Terug naar het jūdō maar weer.

In veel gevallen is de idee dat men een traditionele jūdō opleiding krijgt een misvatting. Zeker als die zogenaamde "traditionele" jūdō opleiding van een Nederlander ontvangen wordt. Want een Nederlander zal nooit in staat zijn tot volledig begrip van de achterliggende Japanse culturele waarden, opvattingen en gebruiken, simpelweg omdat hij daarmee niet is opgegroeid, er niet in is opgevoed. En dat maakt, dat dezelfde studie-stof bij ons Westerlingen gezaaid wordt in een geheel ándere cultuurgrond. En dús tot andere resultaten leidt.

Eén van de in het oog springende verschillen is de resultaat gerichtheid van de moderne westerse samenleving. Veel minder dan de Aziaat bekommeren wij ons om het spirituele, alsook om het culturele, veel méér bekommeren wij ons om high performance. Piekinspanningen leveren. Onze focus is méér gespecialiseerd, de Aziaat heeft een bredere focus, die meer op de wijdte van het leven gericht is en veel minder op het behalen van dat éne resultaat. Jongetjes van 7 "winnen" of "verliezen" hier al met jūdō terwijl ouders uit volle borst aan de rand van de tatami "aanmoedigen". De "mindset" is anders, maar daarnaast ook de appreciatie van het jūdō, de culturele ondergrond.

De Japanner houdt zich bezig met zijn jūdō, op een manier die past bij de historische betekenis ervan, bij de gedachten die de Stichter van het jūdō er mee had. Hij tracht zijn leven in te richten zodanig, dat daarbij het jūdō een passende plaats krijgt. Ziet jūdō nog sterk als educatief element in zijn leven. De Japanner drijft op zijn Sensei.

De Westerling gaat naar jūdō en luistert naar zijn coach, luistert naar zijn medisch begeleidingsteam, en pikt eruit wat van zijn gading is. Sportmanagement is een HBO opleiding hier. Men managed zijn jūdō gericht op de resultaten, en beleeft het niet als onderdeel van het levensritme. Daar zitten essentiële verschillen in!

De denkfout die wij tenslotte maken, is dat wij denken dat hetgeen "beter" is moet blijken uit het resultaat van de wedstrijd. Terwijl de Japanner veel verder kijkt en dat resultaat eerder aanleiding vindt om verder te gaan met zijn studie van het jūdō. Bij ons westerlingen is het resultaat vaak "eindpunt". We evalueren het resultaat, en passen trainingen aan om zodoende straks een "nog beter" resultaat te halen.

Wat in jūdō het woordje "beter" betekent, blijkt echter pas aan het eind van je leven, dat blijkt uit de impact die het jūdō op je karaktervorming heeft gehad, op de wijsheid die het je meegegeven heeft. De volharding en zelfdiscipline. Uit de warmhartigheid die het je bijgebracht heeft voor de medemens. Niet uit het aantal medailles op de schoorsteen.

De droevige conclusie is, dat wij Westerlingen de meest essentiële les uit het jūdō hebben vergeten, ja verbannen eigenlijk, en het tot een evenzeer oppervlakkig genoegen gemaakt hebben als alle andere moreel corrumperende zaken die ons omringen.

maandag 13 augustus 2012

De rookwolken trekken op

Nu de rook optrekt....

Nu de rookwolken van London 2012 op judo-vlak een beetje zijn opgetrokken, en we ons achteraf tóch verheugen met de binnengehaalde bronzen medailles, zijn een aantal dingen ondertussen wél duidelijk geworden.

Van der Geest heeft te weinig geld! Het moet béter, het moet professioneler, het moet vooral meer geld kosten! Judo moet méér opleveren dan nu. We moeten dóór voor goud!
We moeten leren hoe we nog meer moeten shido-ën in plaats van judo-ën (alhoewel het regelmatig toch zéér aardig lukte het judo achterwege te laten), we moeten high-performance centers van de grond trekken en houden waar we spelregels kunnen analyseren en tot ons voordeel leren gebruiken, noem maar op.
En dát kost nou eenmaal geld, zoals Van der Geest met stelligheid brengt. Want we willen toch zeker niet onderdoen voor andere naties? Nou dan. Kom op dan met je geld. Want die bronzen medailles waren natuurlijk niet genoeg. We moeten GOUD. En zó vraagt Rupsje-Nooit-Genoeg in Judogi weer om extra geld. Alsof er al niet genoeg geld in die verrekte judo topsport gestoken wordt dat véél beter terecht zou zijn bij de judo clubs in de provincie en stad! Maar ja, dát zal Van der Geest niet boeien. Als hij maar geld heeft voor zijn hobby is het immers ok. De rest zoekt het maar uit. Dat is niet ZIJN zorg! Leerden wij vroeger niet, dat judo uiteindelijk tot doel moet hebben het bereiken van een betere samenleving? En dus willen wij liever geld in de topsport, dan geld naar de Voedselbank? Aan Van der Geest lijkt de crisis volstrekt voorbij te zijn gegaan.

Ook is pijnlijk duidelijk geworden, dat het judo iets geheel ANDERS is geworden door al dat spelregel-gemanipuleer van de laatste jaren. Het is allemaal zó veranderd, dat zelfs de Japanners het niet meer met hun fabelachtige techniek alléén afkunnen. Sterker nog, ze ondermijnen het eigen judo principe door te verliezen van de "sterkere Europeaan". En ja, dan begrijp ik de Oost Europeaan en Rus daar ook even onder.
Was het ooit niet zo, dat judo het stempel had van "techniek boven kracht"? Wat is daarvan terechtgekomen? Hebben we gewoon simpelweg die techniek niet meer? Of zou Awazu Sensei of Kimura Sensei in zijn goeie jaren óók hebben verloren van een Russische Worstel Judoka? Ik ken die Sensei persoonlijk niet, maar ik ken wél Hirano Tokio Sensei enigszins, en ik zou persoonlijk mijn traktement er met het grootste gemak op inzetten dat bij een potje randori zonder de nieuwe IJF spelregels er van die Worstel Judoka maar bitter weinig was overgebleven. Vermoedelijk zou hij al jammerend proberen uit de dojo te kruipen na een half uurtje. Toch presteren we dat niet meer. Zelfs de Japanners niet. Zijn de Hirano's op?

"Deskundigen" zoeken de oorzaak vooral in de zware trainingsinspanning die het Japanse team voorafgaand aan de Olympische Spelen heeft moeten doormaken. Dát zou de reden zijn. Men was uitgeput.
Absurde redenatie, want dan vergeet men vermoedelijk de trainingsarbeid die diezelfde judoka vroeger in de Busen moesten doormaken. Alsof die toen "traininkjes van niks" deden die verbleken bij wat de heren en dames nú doen! Ik dácht het even niet! Die mensen ademden en bloedden judo. Ze aten het, en scheidden het uit. Niks anders dan judo. Full time. En néé, full time was daar niet van 8 tot 5, maar 24x7! Oorzaak Zware Trainingsarbeid = Onzin dus.

Duidelijk is geworden, dat judo nu een spel is waarvan je vooral (net als bij ieder ander spel) de spelregels goed moet kennen. Om ze daarna te kunnen manipuleren. Je judot niet langer tegen een tegenstander, maar tegen een spelregelboek. Judges langs de tatami hebben geen barst verstand meer van judo (als ze dat ooit al hadden) maar letten nauwgezet op het naleven van de spelregels. Soms zie je dan ook langs de mat verbijsterende communicatie tussen tafel (waar de spelregel-machthebbers van de match gezeten zijn) en de refs op de tatami: "Ja mijnheer. Nee mijnheer. Neem mij niet kwalijk mijnheer dat ik uw visie niet heb geroken mijnheer. Natuurlijk mijnheer, ik zwaai dat punt onmiddellijk weer weg mijnheer. Waar was ik met mijn gedachten, mijnheer. Ik kus uw schoenen, mijnheer."

De Japanners wéten dat wel, maar zij zitten in een spagaat tussen het traditionele judo (waarvan zij zelf ook steeds verder verwijderd raken zónder onze Europese inmenging overigens!) en het moderne wedstrijd judo. De beiden zijn reusachtig verschillend. Tel daarbij op, dat de doorsnee Japanse wedstrijdjudoka tegenwoordig ENORM geïmponeerd lijkt door de Westerse Worstel Judoka, en daar heb je je winst.

Wat de Japanners eraan moeten doen is aan hen. Maar ik weet wél wat IK zou doen als IK de judo macht had in Japan. Ik zou mij omdraaien, en eens heftig in conclaaf gaan met een paar old-school top-judoka en vervolgens lekker gaan judoën en de IJF spelregel zooi de zooi laten. Die hele IJF is net een stel amateurs die je een zak met explosieven in de hand drukt. Die blazen zichzelf toch wel op. Het judo op déze manier is toch geen lang leven beschoren. Beter is het, om zelf te werken aan een kwaliteits judo die nog educatieve voordelen brengt zoals het ooit bedacht is. Zoals schooljudo van Ruben Houkes bijvoorbeeld. Introduceer judo op scholen, maak mensen er weer warm voor. Benader vooral ouders en leg dingen uit. Dat is universeel. Dat geldt voor Nederland net zoals voor Japan. Ouders moeten er het nut van inzien, en dan worden juist zij de motivator voor een nieuwe generatie judoka!


zaterdag 11 augustus 2012

Een Nieuwe Sport: Flip-Jū-Spo !


PERSBERICHT: Flip-Jū-Spo

Jawel! En nou niet meteen doen alsof die naam belachelijk is: alle sporten hebben ooit een naam gekregen, en daar hebben altijd mensen éérst aan moeten wennen. Dus, zeg het eens een keer of tien hardop, en je zult zien dat het al een stuk leuker in de oren klinkt! En dáár gaat het toch om? LEUK moet het zijn!!

Ik zie de dikke grijns al verschijnen bij de regelmatige lezer van dit blogje... hij of zij wéét wel wat er nu gaat komen. Maar wie weet, misschien verschalken we een nieuwe bezoeker nog wel en kunnen iemand tot nadenken zetten uit de nieuwe judo sport... so, hang on in there !

Flip-Jū-Spo Is dé ideale oplossing voor het moderne wedstrijd-judo dat inmiddels nergens meer op lijkt, waar niet naar te kijken valt zonder dat je schoenen beginnen te knellen en je zakdoek nat wordt.

Flip-Jū-Spo is een KIJKSPORT. Jawel. Dat kun je zien aan het eerste deel van de naam. En als je nou dacht dat "Flip" kwam van het omrollen van de tegenstander vanuit de "turtle"-houding, dan zit je fout. Je moet wel even ómdenken hé. Dat oude wedstrijd-judo, dat werkt immers niet, dus we denken nú Flip-Jū-Spo. En daar staat het "Flip" als afkorting van het fenomeen "Flipperkast". Jawel. Want de flipperkast is hét machien bij uitstek dat al decennia lang zich vervelende kroeg-hangers bezig houdt! En als het werkt voor kroeg-hangers, dan moet het toch óók werken voor gi-hangers? Zeg nou zelf!
En je had natuurlijk zélf al lang bedacht, dat de "Spo" uit Flip-Jū-Spo moest staan voor "Sport". Ja toch?

Fout! Die "Spo" is ook weer een afkorting, maar nu van "Spot". Je weet wel. Iets een beetje belachelijk maken. Want dát is het huidige wedstrijd judo toch ook wel. Als het goed is, heb je die naam inmiddels al een keer of 10 geoefend, en klinkt het nu héél bekend en familiair in de oren. Het rolt als het ware zó uit je mond: "Flip-Jū-Spo". Alsof je het al jáááren beoefent! Maar nu even genoeg over de nieuwe naam. Laten we het hebben over de inhoud.

Dát moeten we vooral kort houden! Want als we het IJF zo ver willen krijgen dat ze Flip-Jū-Spo als nieuwe sport gaan om-armen, dan moet het voorál even nergens over gaan!
Dáár hebben ze bij het IJF een hekel aan. Aan inhoud. Dat moet wég. Het moet flitsend! Toch? En géén moeilijk gezeur over inhoud. Stel je voor. Maar dát komt goed uit, want inderdaad, ook Flip-Jū-Spo gaat helemaal nergens over! Komt dat niet mooi uit? Ja.... hier is goed over nagedacht!

Nou moet ik wél een deel van de credits geven aan de sporten Tae-Kwon-Do en Schermen trouwens. Enkele elementen uit het Geweldige Flip-Jū-Spo plopten maar zo in mijn brein omhoog tijdens het kijken naar deze grootse krijgskunsten met pantserpakken, sensoren en flitsende lampjes. Maar goed. Verder nu.

Flip-Jū-Spo is een sport waar het geen barst meer uitmaakt wat voor kleur gi je draagt. Dus als sporter ben je mooi meteen af van al dat gedram over je blauwe pak. Nee, bij Flip-Jū-Spo draag je een fel oranje sensor pak. Met lampjes erop. Zodat de kijker precies kan zien waar er gescoord wordt. Sensoren meten de worpkracht, zodat het lampje pas bij een bepaalde worpkracht gaat flitsen alsof het onweer is. Dán heb je dus pas een Ippon. Ach, wat moeten we ook met die oude kreten. Bovendien, we zitten hier niet in Japan. En trouwens, in London presteerden de Japanners óók weinig, dus weg met die Japanse benamingen. In Flip-Jū-Spo kan het gewoon in het Hollands! Een punt dus. Dus: flipper A gooit met een bepaalde kracht flipper B, en als dan het lampje op de rug van flipper B gaat flitsen, dan heeft flipper A een Punt. Ja had je niet gedacht hé? Dat iets zó simpel kan zijn!

Natuurlijk kun je niet van de toeschouwers verwachten dat die álles zien! Ik bedoel, je moet ook wel eens een chippie pakken uit de toet, of je blikje Cola leegslurpen. Of je zit nét even iets te sms-en. Dat kán allemaal natuurlijk. Nou, dáár heeft  Flip-Jū-Spo rekening mee gehouden, want naast het flitsende lampje begint tevens een sirene te loeien. Hoeft niemand meer iets te missen! Handig, hé? Ik lijk Anton Geesink wel die vond immers die mooie gekleurde pakken uit.

Ik weet het: ik zou het hier makkelijk bij kunnen laten. Flip-Jū-Spo is zó al sport genoeg! Maar ik ga nog een stapje verder. Want de moderne kijker is bijna nét zo verwend als de moderne sporter. Dus we knopen er nog een stukje spel bij áán. Het is in Flip-Jū-Spo namelijk zó, dat je je punten wel kunt hebben, maar je moet ze óók nog "verzilveren". Dat doe je door je voet bovenop de buik van de andere Flipper te zetten, bovenop de "Loser-Sensor" dus. En als dát lampje begint te flitsen, worden alle punten verzilverd en is de wedstrijd gewonnen. Mooi toch?

Natuurlijk moeten er ook GRADEN komen, want anders hebben de bobo's in de sport niets om mee te marchanderen en kan er géén politiek bedreven worden. Ehh vriendjespolitiek bedoel ik. En natuurlijk kan iedere bobo ook weer zijn boek schrijven. Over hoe lang geleden verloren gewaande Flip-Jū-Spo technieken weer her-ontdekt zijn, en voor het nageslacht bewaard zijn gebleven. Of over hoe de bobo tijdens zijn omzwervingen in Verweggistan op het spoor kwam van de oude Flip-Jū-Spo Ryu waarvan men dacht dat die al láng verdwenen was. En dat toen bleek dat men het vroeger allemaal héél anders deed. En dat er dus een BETERE (want oude) Flip-Jū-Spo variant bestaat! Misschien wel een leuke norm voor de 1e Dan in Flip-Jū-Spo?




donderdag 9 augustus 2012

Internet Judo



Waarmee dan wordt bedoeld het geworstel dat je dóórmaakt als je probeert via desktop-research wat verder te komen in enige feitelijke onderbouwing voor je artikel.

Dát type judo valt soms nog niet mee, maar je léért er wel veel van. Véél zaken die in het judo gebruikelijk zijn, of door werkelijk iederéén worden geroepen en op clubsites gezet, blijken bij nader onderzoek niet te kloppen, of, er blijkt geen enkele historisch feitelijke onderbouwing voor te bestaan waardoor je er een dik vraagteken achter kunt plaatsen.

En dat is ook niet zo héél vreemd. Immers, ergens tussen WO-II en eind jaren vijftig was er geen snelle verbinding voor massale communicatie tussen Europa en Japan. Dus hoe moest je je vragen over judo beantwoord krijgen, direct uit de bron? Dat ging niet zo makkelijk. En bovendien sprak je geen Japans en de Japanner sprak géén Engels. Dus tot de bron geraken was lastig. En dan nóg. We hebben ook in dit blog herhaaldelijk geconstateerd dat óók Japanners gewoon mensen zijn, ja, zélfs Judo-Sensei, en dat ook deze mensen de eigenschap zaken ietwat anders voor te stellen dan het werkelijk is niet vreemd is! Dus ALS je al informatie direct uit Japan kreeg, en je  kon het vertalen, was vervolgens ook dan nog de vraag of het feitelijk wel juist was. Vanuit Japan kwam slechts incidenteel informatie. Het meeste werd overgedragen door Sensei die vanuit Japan hierheen werden gezonden, of uit zichzelf kwamen. En óók dáár moest je het meestal doen met de persoonlijke, gekleurde, interpretatie van de Sensei zelf. En soms waren die redelijk getroebleerd met Kodokan bijvoorbeeld. Al zat die Sensei een stuk dichter bij "het vuur", of de informatie exact klopte wist je niet. Daarbij, ook die Sensei spraken vooral in het begin beroerd Engels of Frans, dus de communicatie was ook dáár niet gemakkelijk. Nog even los van het feit dat een dergelijke Japanse Sensei niet direct openstond om alle geheimen uit het judo en rond de Kodokan aan de eerste de beste leerling over te dragen. Moeilijk dus!

Tegenwoordig is dat een enorm stuk gemakkelijker. Er is immers het verheugende internet! Niet alléén kan ik daar mijn schrijfseltjes op kwijt, het biedt ook razendsnelle wereldwijde communicatie. Waardoor als nooit tevoren historisch wetenschappers met een specialisatie in het judo zonodig real-time met elkaar kunnen communiceren en gegevens kunnen uitwisselen, en via allerhande fora met elkaar een feitelijk onderbouwd dossier kunnen opbouwen over allerlei interessante judo-cases. Dát kon vroeger niet. Want als de ene judo-researcher die in Madrid woonde over onderwerp X iets wilde weten, dan moest hij maar proberen uit te vinden wie zijn collega's waren die elders op de wereld iets onderzochten op dat vlak, en als hij dat dan uitgevonden had, moest die collega uit bijvoorbeeld Kyoto óók nog maar zien te bereiken!
Dat gaat dus tegenwoordig enorm veel gemakkelijker.

Maar het is nooit alles goud wat er blinkt, en het internet biedt de researcher ook vele valkuilen. Gelukkig hoort het tot het standaard werkprogram om alles te verifiëren alvorens te gebruiken. De professionele researcher  wéét dat, en doet dat als het goed is. Maar dat geld lang niet voor iedereen. Met de copy-en-paste toetsen lekker dichtbij op het toetsenbord is het immers makkelijker dan ooit tevoren om ergens vandaan even een "quote" op te halen (bijvoorbeeld van Kano Jigoro Shihan) om daar dan een héél bouwsel op te baseren en tot werkelijk schitterende conclusies te komen. Niet zelden echter bestaat voor zo'n op internet gevonden "quote" bij nader onderzoek door historisch wetenschappers geen enkele feitelijke onderbouwing: van het gestelde 'event' kan bijvoorbeeld helemaal niet bewezen worden dat het ooit heeft plaatsgevonden. Of: de vermeende 'uitspraak' van Kano Jigoro Shihan in een 'brief' van Kano aan 'X' kan nergens worden teruggevonden, de brief is nergens aanwezig.

Wat je dan vaak ziet, is dat dit soort 'niet onderbouwde stellingen' gaan "rondzingen" op het internet. Vóór je het weet gaat het een eigen leven leiden, en copy-en-paste de hele judo goegemeente dit soort zaken als "waarheid" op allerlei clubfora, of neemt de essentie ervan over in eigen artikelen terwijl men niet zelf de verificatie doet. Niet zelden ook, kom je quotes tegen die ongetwijfeld hetzelfde 'event' moeten voorstellen, maar die ondeling verschillen. Aangezien het dan een 'quote' zou betreffen, moet de inhoud dus ook gelijk zijn, en kunnen daar dus geen onderlinge grote variaties in zitten. Dat betekent dus, dat er ergens wat fout zit.

Véél van die "fouten" komen voort uit vertalingen van originele Japanse teksten. Allerlei belangstellenden onderzoeken Japanse documenten, komen met teksten in aanraking, en vertalen die vrolijk naar het Engels, of láten dat doen. Soms gaat daarbij de essentie van die tekst verloren, of wordt de teneur net even anders ingeschat, en zó komen die teksten inééns héél anders boven water als de oorspronkelijke schrijver ze bedoeld had. Maar dan wél als "quote" (dus als een stukje bewijs voor een stelling) en die quotes hebben dus de neiging te gaan rondzingen.

Bijna niets is moeilijker dan het benutten van quotes van Kano Jigoro Shihan ter onderbouwing van je stellling. "Kano wilde.....", "Kano vond......". Hoe vaak je dát wel niet leest! Meestal is dat allemaal niet zo duidelijk, want Kano was een wetenschapper, een filosoof, en daarbij een man met vele functies, en actief in het maatschappelijk leven van een cultuur waar directe confrontaties uit de weg gegaan werden en men zich bij voorkeur zéér diplomatiek uitsprak om niet de Eer van de ander te beschadigen en zodoende allerlei trammelant over zich en de ander af te roepen. Dus, ALS je al een correcte vertaling hebt van een geverifieerde uitspraak van Kano, met de juiste teneur in je vertaling, dán rest nog de vraag "welke pet" Kano bij het doen van die uitspraak op had, en welke belangen er mee gemoeid waren. Want dat zijn dus allemaal zaken die zijn uitspraken richting gaven.

En alsof dat niet genoeg is, leefde Kano Jigoro Shihan ook nog in een moeilijke tijd. Politiek moeilijk. Met in de aanloop naar WO-II zéér sterke nationalistische gedachten en politiek bij de Japanse machthebber. Hij had zoons (Kano had zes dochters en drie zonen) die verschillende malen krachtig in botsing kwamen met de staat, en die wellicht wat "wisselgeld" kostten bij het oplossen van die problemen door Kano Jigoro Shihan. We weten, dat Kano in staat was dingen "te plooien" om een bepaald doel te bereiken. Zoals alléén al blijkt uit het overnemen van een aantal van de beste jujutsuka uit oude ryu tegen uitgifte van officiële Dan graden. Voorbeelden zijn echter legio.

Daarnaast was het niet alleen de eigen Japanse machthebber die vermoedelijk zorgde dat Kano behoedzaam moest manoevreren, maar direct ná de oorlog gold hetzelfde voor de geallieerde machthebber. Deze sloot immers vrijwel direct de Butokukai, en het risico was niet geheel denkbeeldig dat Kodokan hetzelfde lot zou ondergaan. Ook dát stuurde ongetwijfeld het handelen en denken van Kano.

En dan nu, vele tientallen tot honderd jaren later, denken we door het lezen van wat boeken en het gebruiken van wat teksten dat we in staat zijn om sluitende conclusies te trekken waarop we vervolgens tot de slotsom komen dat: "Kano dit wilde", of "Kano dat zou hebben gevonden van". Natuurlijk, een aantal van die dingen zijn vrij evident, maar dat geld lang niet voor alles.

En dit gezegd hebbende, gaan we weer verder met het publiceren van blogs over Judo :-)

woensdag 8 augustus 2012

De visie van Jigoro Kano op de Olympische Spelen


Kano Jigoro Shihan
 
Jigoro Kano Shihan dacht op verschillende tijden blijkbaar ietwat verschillend over de rol van judo op de Olympische Spelen. Het is natuurlijk onduidelijk welke invloeden tot welke verschuivingen in zijn gedachten hebben geleid, maar het feit dat hij ruim 27 jaar lang lid van het IOC was op het moment dat hij onderstaande passage schreef zal ongetwijfeld van invloed zijn geweest. Uit een brief aan Gunji Koizumi in 1936 zou onderstaande passage ontleend zijn:
"I have been asked by people of various sections as to the wisdom and the possibility of Judo being introduced at the Olympic Games. My view on the matter, at present, is rather passive. If it be the desire of other member countries, I have no objection. But I do not feel inclined to take any initiative. For one thing, Judo in reality is not a mere sport or game. I regard it as a principle of life, art and science. In fact, it is a means for personal cultural attainment. Only one of the forms of Judo training, the so-called randori can be classed as a form of sport... [In addition, the] Olympic Games are so strongly flavoured with nationalism that it is possible to be influenced by it and to develop Contest Judo as a retrograde form as Jujitsu was before the Kodokan was founded. Judo should be as free as art and science from external influences – political, national, racial, financial or any other organised interest. And all things connected with it should be directed to its ultimate object, the benefit of humanity."
"I have no objection" is tóch wat ánders als een aanjagende rol spelen en het uiterste wat in je vermogen ligt inzetten om judo in de Olympische Spelen te krijgen. Hij schrijft zelf dan ook, dat zijn visie daarop "rather passive" is. Afwachtend dus. Hij heeft er geen bezwaar tegen als het de wens van 'andere lidstaten' is, maar hij voelt zich niet geroepen in dat proces zélf enig initiatief te nemen. Judo werd uiteindelijk pas opgenomen als Olympische Sport in 1964 toen de Olympische Spelen in Tokyo, Japan, gehouden werden. Kano Jigoro Shihan overleed in 1938, 26 jaar éérder. Het is dus veilig om aan te nemen dat Kano Jigoro Shihan niet zélf direct de hand had in het opnemen van judo op de Olympische Spelen. Hij zag immers de nadelen en was er niet zo vóór zoals blijkt uit de passage uit de brief aan Gunji Koizumi hierboven.

Dezelfde passage overigens vinden we terug in een boek uitgegeven door Kodokan 1964, nu vertaald in het Engels door een onderzoeker, en daar zitten toch wel wat variaties in ten opzichte door hetgeen in een schrijven aan Koizumi wordt toegeschreven. De intentie echter is exact dezelfde. Het "hart" van de boodschap is gelijk:
"In recent years we have come to see a remarkable spread of jūdō not only throughout Japan but also in the main countries of Europe that progresses each day. ... The idea has been let slip of what if [jūdō] were included among the competitions at the World Olympics. But with regards to that, for me, if a movement to include jūdō were to go forward I would not especially oppose it. But for myself I do not wish to of my own accord seek to include jūdō in the Olympics. Because in the end jūdō should be seen as something much deeper and broader than a competition perhaps it is not in the too distant future that an organization based upon jūdō will be recognized by the world in the same way that the Olympics are today recognized the world over in the realm of competition. It is only a matter of time but it will come true. So for me I have my heart set on seeing a world organization based upon jūdō more than having jūdō included in the Olympic Games."

Kano Jigoro Shihan was kennelijk in staat een goede scheiding te maken tussen judo enerzijds en zijn inspanningen rond sport en samenleving, nationaal en internationaal, anderzijds. Reeds in 1912 was Kano actief betrokken bij de oprichting van de Dai Nippon Tai-iku Kyokai, een organisatie ten behoeve van de amateursport in Japan. Zijn doel daarmee was steeds hetzelfde: mensen bijéén brengen in een gezamenlijk doel in een kameraadschappelijke sfeer. Dat hoefde natuurlijk niet persé een judo omgeving te zijn. We moeten niet vergeten dat Kano in eerste instantie een "educator" was. Niet een "vechter" pur sang. Hij gebruikte de oude jujutsu technieken min of meer als "vehicle" om het educatief systeem 'judo' tot stand te brengen. In 1924 stelde hij nog in een door hem gegeven speech: "Niets onder de zon is groter dan educatie".  In dat licht moeten waarschijnlijk ook zijn inspanningen voor het IOC gezien worden, en niet zozeer in een poging het judo daar op de agenda te krijgen.

Tóch verscheen het judo op de agenda van de Olympics in Tokyo in 1964, en als we verder gaan speuren naar het hoe-en-waarom daarvan, lezen we in het officiële rapport van het Japanse Organisatie Committée "The Games of the XVIII Olympiad Tokyo 1964" de volgende interessante passage op pagina 43:
At the 57th General Session held in Rome, however, the Japanese delegation strongly supported the proposal of the International Judo Federation that Judo be added to the sports events of the XVIII Olympiad. As a result of a vote taken on this proposal, Judo was adopted with the overwhelming majority of 39-2 and thus the number of sports events to be held at the Tokyo Olympic Games was increased to twenty-two.

Daaruit blijkt, dat het judo verscheen op de Olympische Spelen op voordracht van het IJF, welke voordracht sterk gesteund werd door Japan als organiserende natie. Letterlijk is er daarbij geen enkele verwijzing naar Kano Jigoro Shihan te vinden. Vreemd is overigens wél, dat het officiële rapport van het Japans organiserend committée zegt dat de beslissing werd genomen op de 57e vergadering in Rome, maar dat dit bij nader onderzoek de 58e vergadering van het IOC (gehouden op 22 en 23 augustus 1960) blijkt te zijn: de 57e IOC meeting werd gehouden in San Francisco, USA.

Judo werd daar overigens niet gewoon toegevoegd aan de lijst van Olympische Spelen. De IOC accepteerde het judo in 1964 als "optional sport" en wel "at the discretion of the host nation". Ná Tokyo verdween het judo dan ook weer even van de Olympische Agenda.

Opmerkelijk is trouwens dat (amateurisme was toen nog strikt noodzakelijk om mee te doen aan de Olympische Spelen) voor het judo in 1964 er nog even wat roering ontstond toen enkele Japanse judo-bobo's probeerden Geesink uit de deelnemerslijst gebanned te krijgen op grond van "professionalisme". Het IOC besloot toen dat de diverse NOC's verantwoordelijk waren voor het bepalen van de amateurstatus van deelnemers. Het Nederlands Olympisch Committée oordeelde toen dat Geesink voldeed aan de vereisten van de amateurstatus. Het opmerkelijke daarbij is, dat Geesink in 1960 nog uitgezonden probeerde te worden naar de Olympische Spelen in worstelen, maar toen het Nederlands Olympisch Committée hem nog uit de ploeg zette omdat hij les gaf...... in judo in Frankrijk..... Als je het over politiek hebt.....

De stelling is dus, dat de visie van Kano Jigoro Shihan met betrekking tot judo op de Olympische Spelen in de loop der tijd wat verschoof. Daarbij moet steeds begrepen worden, dat informatie meestal afkomstig is uit tweede, derde of vierde bron, vertalingsissues bestaan, of zelfs informatie al dan niet opzettelijk of bewust verspreid wordt met voornamelijk de bedoeling het eigenbelang te dienen. Kano Jigoro Shihan zélf kunnen we niet meer vragen. Een gezond boerenverstand bij die studie is dus altijd noodzakelijk.

In SAKKO nov 1929 vinden we met betrekking tot de visie van Kano op de integratie van judo in internationale competitievormen de volgende uitspraak:
"There is no problem in making part of Judo as competition sport. But since Judo has its distinctive objective, participation in competition sports is subject to decision case by case. If Judo is better understood among people by making it part of competition sports, that is not bad at all."
Dat geeft wederom aan hetgeen ook uit de eerder weergegeven passages kan worden gedestilleerd: Kano Jigoro Shihan had met judo een specifiek doel, en dat doel had prioriteit. Competetie in internationaal verband hadden voor hem slechts aantrekkingskracht omdat het judo kon verspreiden en het kon dienen als vehicle om judo beter begrepen te krijgen over de wereld. Het was voor hem geen doel op zich.

Tot slot vinden we nog een aan Kano toegeschreven citaat van Andreas Niehaus uit "Leben und Werk Kanô Jigôros" meer aan het eind van zijn leven toen hij het als volgt lijkt te hebben gezien:
"Deshalb möchte ich auf jeden Fall, dass sich die kampfkünste un der athletischen Disziplinen Hand in Hand entwickeln. Auch als beide verschieden sind, so ist ihr Ziel doch identisch: Die Stärkung der körperlichen Konstitution und das Stählen des Geistes. Deshalb halte ich es für gut judo und kendo in die im Western entstandenen Olympischen Wettkämpfe aufzunehmen, und die Gesinnung des bushido einfliessen zu lassen. "
Daaruit zou je kunnen concluderen dat de positie van Kano Jigoro Shihan wederom iets verschoven was. Van "passief akkoord met" naar "het een goed idee vinden dat". Maar deze verschuivingen in visie zijn eigenlijk té marginaal om (gezien de grote marge in vertalingen en optekeningen) daar al te veel betekenis aan toe te kennen. Kennelijk echter zag Kano wel iets in de invloed van bushido op de Olympische gedachte. Hij zag dat als positieve, waardevolle aanvulling voor de Olympische Spelen. Waarschijnlijk had hij hier weer zijn "Generieke Educatieve Pet" op en redeneerde daar niet specifiek vanuit zijn visie op het belang voor judo, maar meer vanuit zijn visie op het belang voor de Olympische Spelen in die tijd. Waarbij bedacht moet worden dat ook de Olympische Spelen geëvolueerd zijn, en in tegenwoordige tijd juist dát nationalisme tentoonspreiden dat door Kano niet gewaardeerd werd in verband met zijn doelstellingen met judo. Je moet dus al dat soort quotes en visies ook zien in de tijd waarin ze gemaakt werden, hetgeen niet alléén twijfel legt bij de onderscheiden bronnen en belangen van personen, maar ook bij de relevantie ervan in het licht van de tijd.