zondag 5 augustus 2012

Wedstrijdjudo is Failliet. Waar blijft de Curator??



Iedere jūdōka wéét (of hóórt te weten) dat jūdō uit meerdere elementen bestaat waarvan "Shiai" (wedstrijd) er één is. De andere zijn: Randori, Kata, Kogi en Mondo.

Jūdō op zich is een vorm van "". Dit laatste woord valt qua betekenis te ontleden in de twee delen "" en "Dō" waarbij "" staat voor "strijd" en "Dō" voor "Levensweg". is dus een levensweg gebaseerd op de strijdkunsten. Aangezien jūdō een vorm van bū is, vormt jūdō dus ook een levensweg die gebaseerd is op de strijdkunsten. De term "levensweg" is cruciaal binnen het jūdō, want van oudsher vormde nou juist dat woordje het verschil met de andere sporten die we in onze maatschappij kennen. Jūdō was dus niet alléén een sport, maar er zat een gedachte achter die te maken had met je manier van leven.

Nu had Kano Jigoro Shihan natuurlijk al snel door, dat jūdō niet in zijn volle kracht in de dojo beoefend kon worden. Met al die armklemmen en verwurgingen zou dat al héél snel in een karrevracht ongelukken resulteren. Het moest vooral "veilig" beoefend kunnen worden. En dús bedacht Kano Jigoro Shihan een wedstrijdvorm, waarbij men zou kunnen strijden in een zo veilig mogelijke setting maar toch de kracht van het eigen jūdō kon meten met iemand anders: Shiai !

Jūdō wordt tegenwoordig door iedereen als een spelletje gezien, maar als je er iets langer over nadenkt is al vrij snel duidelijk dat jūdō van oudsher ook een krijgskunst is met dodelijke resultaten. Een shime-waza was écht niet bedoeld om op het krijgsveld te worden toegepast totdat de vijand "aftikte".

Om de dodelijke overwinning op de vijand te simuleren (zonder dat er doden vielen) introduceerde Kano Jigoro Shihan de "Ippon". Deze "Ippon" moest gelijk staan met uitschakelen van de tegenstander doch dan zónder de bijkomende nare gevolgen voor de verslagene. Een "Ippon" was daarom een resultaat waarbij "in het echt" de tegenstander oftewel dood zou zijn, oftewel uitgeschakeld zou blijven liggen.

Daarmee was Shiai in het begin natuurlijk helemaal geen "sport" waarbij men voor tijdverdrijf een spelletje ging jūdōën samen. Nee, Shiai was een aan de realiteit van het krijgsveld grenzende vorm waarin men in staat was het eigen ik op de proef te stellen. Hoe kan ik presteren op het krijgsveld? Kan ik overwinnen? Shiai was daarmee niet zozeer een strijd tegen de tegenstander, als meer een strijd tegen jezelf. De beslissing volgde door Ippon. Jij versloeg de tegenstander of de tegenstander versloeg jou. En dus op een zodanig duidelijke manier, dat in het echt één van tweeën zou zijn blijven liggen. Uitgeschakeld zou zijn.

Daarmee had Kano Jigoro Shihan een betekenisvol element aan zijn jūdō toegevoegd. Een instant-test-middel waarmee men steeds zonder veel kans op ongelukken kon zien waar men met zijn jūdō precies stond.

Een groter contrast met het huidige, moderne sport jūdō is niet denkbaar. De Ippon van vroeger, die gelijk stond met het in werkelijkheid uitschakelen van de tegenstander, of de met vlaggetjes zwaaiende juryleden aan de zijkant van nu die moeten zeggen wie nou eigenlijk de betere was. Niet doordat je dus als jūdōka een duidelijke overwinning hebt geboekt door Ippon, maar omdat de één of andere figuur aan de zijkant van de mat met een vlaggetje zwaait.

En als je dan wat verder gaat kijken naar de vele verschillen die nu zo langzamerhand bestaan tussen het oude "shiai" en het moderne sport jūdō, dan wordt zo duidelijk als het maar kan, dat het allemaal helemaal niets met elkaar gemeen heeft. Behalve dan misschien het pak dat men draagt.

Stel je voor dat je op straat wordt aangevallen door 2 criminelen. Zou je dan plat op je buik gaan liggen en wachten totdat er iemand heel hard "Matte!" roept? Welnee. Je zou het niet overleven! Je bent dan immers zo kwetsbaar als het maar kan. Wie gaat er ooit in het echt met zijn rug naar de vijand staan? Een makkelijker slachtoffer kun je niet worden! Toch doen we dat wél in sport jūdō. Wat nou "krijgskunst" ?

Nee, sport jūdō is een onzinnig en armetierig aftreksel van wat ooit Shiai was. Een armzalige poging om iets van een kijksport te creëren. Dat is jammerlijk mislukt. Het sport jūdō van nu is één brok ellende om naar te kijken. Enorm frusterend om die jūdōka te zien rukken aan elkaars pak, elkaar de handen wegslaand als vechtende viswijven op een markt. En maar loeren naar het scorebord. Naar de tijd. "Is het al bijna voorbij?". En als het nog niet voorbij is, dan gaan we nog even door met de tegenstander van de mat duwen, hem een straf aan proberen te smeren en alzo op voorsprong te komen. We gaan natuurlijk NOOIT voor de grote technieken. Nee, want dat maakt ons kwetsbaar. Dan kunnen we namelijk worden "overgenomen". En dus doen we niks totdat we een paar "shido's" achter onze naam hebben. Want dán moeten we wel, want anders verliezen we! Tóch dringt ook dát nog niet tot iedereen door, want op de Olympische Spelen 2012 waren er weer genoeg die met 3 shido's wegens inactiviteit naar huis konden. Rekenfoutje.

Van jūdō is geen sprake meer. Dit is een héél ander spelletje geworden. Alle principes van het traditionele jūdō zijn één voor één in de vuilnisbak gegooid door dat fraaie stelletje bij het IJF. Totdat dit overbleef wat we nu jūdō noemen. Een monstruositeit van de eerste orde. Als je je zwarte band in dit jūdō hebt gehaald, dan zou ik je niet adviseren om dát te gebruiken bij een confrontatie met criminelen op straat, want er zijn echt nergens vlaggetjes, en de criminelen maakt het echt geen barst uit als jij heel hard "shido!" roept.

Het Nederlands wedstrijd jūdō is in ultieme vorm gebaseerd op het meest optimale wedstrijd jūdō dat heden ten dage binnen de reglementen mogelijk is. Beroerder dan dit kan het niet worden, óf de IJF moet opnieuw met één of andere belachelijke regelwijziging komen hetgeen helemaal niet zo denkbeeldig is want dat doen ze vaak genoeg. We hebben in London gezien waar dit reglementen-judo de Nederlanders heeft gebracht. Nergens. Mooi voorbeeld hiervan is Luuk Verbij. Deze judoka kreeg 2 shido's wegens passiviteit (hij deed niks, hij stond daar gewoon maar een beetje) en dat werd een yuko voor de tegenstander en dus met niks terug naar huis.

Heb ik dat nou goed begrepen? Je traint je jáár-in-jáár uit helemaal het apezuur en knokt je een slag in de rondte om gekwalificeerd te worden, dan mág je dus naar London om je land te vertegenwoordigen als jūdōka op de Olympische Spelen, en dan ga je daar lekker strategisch rondhangen op de tatami als een zak aardappels, krijgt 2 waarschuwingen aan je broek om eens wat aan jūdō te gaan doen, en kunt dan direct weer naar huis omdat je het verdomd hebt te jūdōën? What the hack kom je daar dan toch doen??

Welke drie-dubbel-overgehaalde Clown instrueert toch die mensen? Wie verzint dat? Die hele strategie zoals ik hierboven aangehaald heb, die is zwaar failliet. Het werkt niet. We hebben dat in London kunnen zien. Al die partijen waar die schijnbaar verveelde strategie-hangers en shido-aansmeerders aan de start verschenen werden verloren. Verloren van tegenstanders die er vol voor gingen en vanaf de eerste seconde aan hun jūdō begonnen.

Hebben we ze niet meer, die echte judoka?

We zullen in het wedstrijd jūdō écht terug moeten naar een betekenisvolle herintroductie van het principe "Overwinning door Ippon". Als anti-gif voor het huidige "Verliezen door Rekenfout"-jūdō.

Doen we dat niet, dan voorspel ik het einde van judo als Olympische Sport. Niet dat het mij veel kan schelen. Want veel goeds heeft dat het jūdō nooit gebracht. Integendeel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten